11
moeten ze daar weg en arriveren ze uit
eindelijk in Kruiningen. Hier zullen ze meer
dan twee jaar verblijven op de boerderij
van Hubrecht Zweemer aan de Zandweg,
voor wie Hendrik ook als knecht gaat wer
ken. Tot aan de zomer van 1946.
Wederopbouw en herverkaveling
Nog voordat de drooglegging van Wal
cheren in 1946 een feit is, worden er al
plannen gemaakt voor het herstel van het
eiland. In augustus 1945 wordt de zogehe
ten Snelcommissie Walcheren opgericht,
met als taak om binnen acht maanden een
voorlopig plan voor het herstel van het ei
land op te stellen. Dit plan moet tevens als
grondslag dienen voor de herverkaveling.
Er wordt voortvarend gewerkt, want al een
jaar na de installatie brengt de commissie
het rapport Het nieuwe Walcheren uit, met
een reconstructieplan voor het door de
inundatie getroffen gebied, de duinranden
en de droog gebleven polders van Vrou
wenpolder. Het plan gaat onder andere in
op de wegen, de afwatering, de bebouwing
en het landschap en legt hiermee ook
een basis voor de herverkaveling. En die
herverkaveling werd nodig geacht. Vóór
de inundatie werd Walcheren geroemd
om zijn bijzondere landschap, de Tuin van
Zeeland. Voor de landbouw had dit land
schap echter veel nadelen: de percelen
waren versnipperd, soms grillig van vorm
en vaak ver van de boerderij gelegen. Ook
hadden veel percelen toen nog geen direc
te verbinding met de weg. Door de natte
omstandigheden in de poelgebieden en het
geringe aantal sloten was er ook een afwa
teringsprobleem.
Daar kwam nog bij dat veel bedrijven
dusdanig klein waren dat er sprake was
van lage opbrengsten. Daarom worden er
plannen gemaakt voor de sanering van
kleine bedrijven. De overheid, die behalve
dertig miljoen gulden voor de droogma
king ook vijftig tot zeventig miljoen gulden
uittrekt voor het volledige herstel, wil de
zekerheid hebben dat bij de eerstvolgende
crisis in de landbouw niet opnieuw steun
verleend moet worden. Daarnaast blijkt
het uit sociaal oogpunt niet acceptabel dat
men op veel kleine bedrijven enkel door de
inzet van vele gezinsleden het hoofd boven
water kan houden. Door schaalvergroting
kunnen de inkomsten stijgen, zodat de
bedrijven eerder levensvatbaar zullen zijn.
Op Walcheren is echter geen extra grond
beschikbaar (door stadsuitbreiding, aanleg
van wegen en kreekvorming is het aantal
hectares juist minder geworden), zodat er
een regeling komt die het mogelijk maakt
dat Walcherse boeren naar de Noordoost
polder vertrekken. Door deze regeling kun
nen ongeveer 240 kleine boeren (met een
oppervlakte kleiner dan tien hectare) hun
bedrijf vergroten.3
Een nieuwe start
Terug naar Hendrik Dingemanse en de
zomer van 1946. Walcheren is inmiddels
droog. Het gezin woont nog in Kruiningen
en Hendrik gaat doordeweeks op de fiets
naar Hoogelande om zowel zijn eigen
land als het land van zijn vader Antheunis
te bewerken. Tijdens deze zomer wordt er
in Hoogelande een noodboerderij voor hen
gebouwd, zodat het gezin in januari 1947
naar Walcheren kan terugkeren. De nood-
boerderij staat dan op grond van zijn vader,
aan de Hogelandseweg 15.4
Omdat Antheunis, die inmiddels 73 jaar is
en tijdens de inundatie was geëvacueerd
naar zijn dochter in Middelburg, na de oor
log niet meer terugkeert naar Hoogelande,