- tt.UJUJ,.
dianen die zich ophielden aan de monding
van de Pomeroon.
Het staat wel vast dat er een periode van
kolonisatie is geweest tussen circa 1658
en 1689, met een korte onderbreking door
Engelsen en Fransen in 1666/'67. Onder
het gezag van de Staten van Zeeland werd
in oktober 1657 een zogeheten patronaat
West-Indische Compagnie gewerkt in Ne-
derlands-Brazilië. We kennen deze kaar
tenmaker vooral van de beroemde stads
plattegrond die hij maakte van Middelburg.
- u<--
Nieuw-Zeeland
In februari 1658 en in april 1659 ver
trokken vloten vanuit Vlissingen naar
Zuid-Amerika. Zowel het aan de Pomeroon
opgezette fort als de kolonie als geheel
werden Nieuw-Zeeland of Nova Zeelandia
genoemd. Goliath kreeg de opdracht om
een stadje te stichten. Deze nederzetting
kreeg de naam Nieuw-Middelburg. Verder
stroomafwaarts, aan de oostelijke oever
van de rivier, werd nóg een verdedigings
werk opgericht. Dat werd Huis Ter Hooge
gedoopt, naar het stamslot van de familie
van Joost van der Hooge, de man die zich
al aan het eind van de zestiende eeuw had
laten zien aan de Pomeroon.
Als koloniale machten in Europa in oorlog
waren, dan werd de strijd ook in overzeese
gebieden uitgevochten. In 1666, tijdens
de Tweede Engelse Oorlog, werd Pome-
roon door de Engelsen bezet waardoor de
meeste Nederlandse kolonisten vertrok
ken. Vervolgens plunderde een Franse
expeditie de kolonie aan het einde van
dat jaar. Na de verovering van Suriname
door Abraham Crijnssen in 1667 kwam
Pomeroon weer onder Nederlands bestuur
te staan. Desondanks werden in 1670 de
laatste koloniebewoners geëvacueerd. Tot
1689 werd er in het restant van de kolonie
nog wel handelgedreven met de bij de
rivier woonachtige indianen, maar met de
verwoesting door Franse kapers kwam er
een definitief einde aan de tweede periode
aan de Pomeroon.
Er volgde nog een derde, zeer korte perio
de, in het eind van de achttiende eeuw. Er
De rivier de Pomeroon, met de kolonie Nieuw-
Zeeland (of Nova Zeelandia), 1688. Uit: Atlas
Van Keulen. (wikipedia)
verleend aan de Walcherse steden Mid
delburg, Vlissingen en Veere. De leiding
werd toevertrouwd aan de tot directeur
benoemde Aert Adriaensz. Groenewegen.
Zijn compagnon Cornelis Goliath nam de
taak van commies, landmeter en comman
dant over 25 soldaten op zich. Goliath had
eerder als landmeter en ingenieur voor de