23
Plattegrond van Negombo (Degumbo). Op de
achtergrond (midden) het eiland Walcheren.
Johannes Vingboons, 1665. Uit: Atlas van
kaarten en aanzichten van de VOC en WIC,
genoemd Vingboons-atlas. (Zeeuwse Biblio
theek, MAG 3146 C 18)
sen de twee Europese grootmachten. Alle
Portugese forten aan de noord- en zuid
westkust van Ceylon werden in de loop der
jaren door de VOC veroverd. Als laatste
viel in 1658 het zogeheten Casteel, het
verdedigingswerk van de hoofdstad Co
lombo, in handen van de VOC.
De VOC zag na de zege op de Portugezen
haar kans schoon om een handelsmono
polie op te eisen. Het ging de compagnie
vooral om het verkrijgen van het alleen
recht op kaneel, het belangrijkste product
van het eiland.
Ceylon was nu van de Portugezen af,
maar kreeg in plaats daarvan te maken
met een andere dominante bezettings
macht. Het was een lot waarin Ceylon
slechts kon berusten. Ongeveer anderhal
ve eeuw, tot aan de komst van de Engel
sen rond 1795, bleef de VOC heer en
meester over grote delen van het eiland,
vooral over de kustgebieden. Na Java was
Ceylon de belangrijkste VOC-vestiging.
Kattekop Middelburg
Bij Sri Lanka ligt in het uiterste noorden
een groep eilanden die in de VOC-tijd de
Kattekoppen werd genoemd. De bewoners
van de Kattekoppen leverden hout en
paarden aan de VOC. De meeste eilanden
kregen de naam van een Nederlandse
VOC-stad: Amsterdam, Delft, Enkhuizen,
Haarlem, Hoorn, Rotterdam en Middel-