8 Vrouwenpolder De Dorpsdijk in Vrouwenpolder, ca. 1900. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, PB recordnr. 025874) van de gemeente, was heel anders sa mengesteld. Er waren in 1830 zestien boerderijen en een herberg. Op de boerde rijen woonden, behalve de boerengezin nen, negen meewerkende familieleden en 25 inwonende knechts en dienstmeiden. Een deel van deze interne personeelsle den had - evenals in Zanddijk-Buiten - dezelfde achternamen als landbouwers in de buurt. Zij zullen grotendeels zoons en dochters zijn geweest van boeren die thuis niet genoeg werk hadden voor hun kinde ren. Zanddijk-Buiten, met ruim een derde van de gemeentelijke bevolking, bestond uit 25 boerderijen met naast de hoofdbewoners nog achttien meewerkende familieleden en maar liefst 54 inwonende personeelsleden. Er woonden geen arbeiders op hetzelfde adres als een landbouwer. Achttien arbei dersgezinnen hadden een eigen adres. Vormden de buitenwijken misschien een meer egalitaire samenleving dan Vrouwen polder zelf? Er woonden immers veel min der arbeiders, dus loonafhankelijken, dan in de dorpskern. Dat is niet zeker. In de buitenwijken viel het aantal houders van runderen (in 1844) precies samen met het aantal boerderijen. Maar in Vrouwenpolder waren er dertien houders van runderen méér dan er boerderijen waren. Een deel van de arbeiders was dus tevens klein- landbouwer. Het aantal runderen ouder dan twee jaar per eigenaar was voor de kern Vrouwenpolder dan ook laag: maar drie, tegen bijna acht voor Zanddijk-Buiten en ruim negen voor Schellach. Het aantal houders van paarden viel veel duidelijker samen met het aantal landbouwers per wijk. Maar het aantal paarden per eigenaar was in het eigenlijke Vrouwenpolder ruim twee, in Zanddijk-Buiten ruim drie en Schellach zat er tussenin. De boerderijen in Zanddijk-Buiten telden gemiddeld wat meer hectares dan in Schellach en Vrouwenpolder. Dat er daar relatief veel inwonende personeelsleden waren, kan dus aan de bedrijfsgrootte heb-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2015 | | pagina 10