De Wete weet het Opa Keesje, tot slot De vraag van Roel van Schaik uit Wouden berg in de januari-Wete naar de identiteit van opa Keesje werd in de april-Wete uit gebreid beantwoord door Daan Ingelse uit Oud-Sabbinge. We weten nu dat het gaat om Cornelis Ingelse (1866-1956), zoon van Pieter Ingelse (de oefenaar) en Tanne tje Wilhelmina Kraamer. Opa Keesje zou in 1942 vanuit Walcheren naar Wageningen zijn geëvacueerd en daar bij zijn nicht Jan netje Timmer-lngelse zijn ingetrokken. Jan netje was dus niet zijn dochter, zo verze kert Daan Ingelse ons nu met klem. Opa Keesje had maar één dochter, Neeltje Wil helmina, die was getrouwd met de Belg Leo Lefebure. Hele en halve noten Daan Ingelse stuurde ons ook nog wat aantekeningen over zijn verre voorvader Lourens Ingelse. Deze nogal heetgebaker de boer van een hofstede in de Oranjepol der bij Arnemuiden werd in 1779 voor ruim acht jaar verbannen naar Zeeuws-Vlaan- deren. Lourens was een van de behouden de protestanten die zich verzetten tegen de nieuwe psalmberijming van Datheen. Zij gingen zo hevig tekeer tegen de 'nieuw lichters' die het zogenoemde ritmisch zin gen voorstonden, dat er regelmatig klap pen vielen. IJsbrand de Burggraaf (Borg- graaf) uit Westkapelle was ook zo'n hard- liner. Hij werd na een uit de hand gelopen conflict over het zingen in de kerk uit West kapelle verbannen en bivakkeerde vijftien maanden lang in een geïmproviseerd hutje net aan de andere kant van de gemeente grens. Zijn vrouw kwam hem daar elke dag eten brengen. Er is al vaak gepubliceerd over deze woeli ge periode. De redactie van De Wete gaat toch bezien of de perikelen rondom het zingen van hele en halve noten in de na bije toekomst eens in een artikel vervat kunnen worden. Een drinkwaterzuil Kees Krietemeijer uit Hoofddorp woonde in de jaren vijftig tegenover de Leeuwentrap in Vlissingen. "Zo kon je elke dag", schrijft hij, "als het hoogwater was en de tempera tuur van het zeewater een beetje aange naam was, in zwembroek en op blote voe ten de 'boule' oversteken om een baantje naar de duiktoren te zwemmen en daar je duikkunsten vertonen. Na afloop ging je dan altijd even naar de drinkwaterzuil om het zand van je voeten te spoelen." Vol gens Kees heeft er nooit een tweede of derde drinkwaterzuil op de boulevard ge staan. "De zuil stond recht tegenover de in gang van het 'betaalde' badstrand, aan de rand van het brede trottoir. Ik heb de in druk dat ie bij de reconstructie van de bou levard wat meer in de richting van het strand is verplaatst." Kees wijst ons op een aardig artikeltje over deze drinkwaterzuil in het tijdschrift Schel- destromen (nummer 20, lente 2015). Daar in schrijft Chantal de Putter dat er eigenlijk niet zo veel bekend is over de zuil. Al in 1906 zou er een drinkfontein op de boule vard hebben gestaan, maar rond 1920 stond er een andere die gelijkenis vertoont met de huidige. In ieder geval heeft deze de zware bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog doorstaan. Eenzelfde drinkfontein zou trouwens te vin den zijn op de markt in Malcesine aan het Gardameer in Italië. Chantal de Putter roept haar lezers op daar dan maar eens

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2015 | | pagina 35