Tekening van de Grote Kerk in Veere, ca. 1650. (fotoreproductie jhr. W.L. den Beer Poortugael) den, hoe liever hij het had. Zelfs toen Hu- bertus zei dat hij maar beter naar bed kon gaan en het de volgende dag maar met hem moest komen uitpraten, kwam er nog geen eind aan de scheldkanonnade. Pas toen Hubertus na meer dan een uur de achterplaats verliet ging ook Abraham naar binnen. ren, zoals hij dat tien maanden eerder ook al eens met haar witte kap had gedaan. Ze liep daarom het huis uit en ging naar Hu bertus, die ze met koorts in bed aantrof. Ze vertelde hem dat "haer man op dien selven dagh uyt de kerke gekomen sijnde [haar] seer onbeleefdelijk ende hardt had- de bejegent over sekere roukappe die sij Cornelia en Clasina lieten hun getuigenis een maand na de gebeurtenis bij een no taris vastleggen. Hubertus had die toen nodig om zijn eigen paadje schoon te ve gen. Geweld Toen Abraham Duvelaer op zondagmiddag 29 augustus 1677 uit de kerk was geko men, drong hij er bij Sara op aan dat ze de rouwkap die ze sinds het overlijden van haar moeder droeg, af zou zetten. Sara werd bang dat hij die hardhandig van haar hoofd zou rukken en in stukken zou scheu- op haer hooft was dragende" en dat hij die van haar hoofd had willen trekken. Huber tus zei dat haar man zich daar niet mee te bemoeien had. Nadat Abraham die zondag vermoeid van het preken uit de kerk was gekomen en Sara niet thuis had getroffen, begaf hij zich rond tien uur naar bed. Ongeveer een uur later werd hij op brute wijze door zijn zwa ger gewekt. Die kwam voor zijn bed staan en dreigde hem enige vuistslagen te zullen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2015 | | pagina 17