14
Voor de zekerheid moest Anthonie bij alle
kleermakers in de stad navraag doen,
maar geen van hen had kortelings nieuwe
kleren voor de dominee of zijn vrouw ge
maakt. Alle elf lieten dat vervolgens bij een
notaris in een akte vastleggen.
Omdat we verder niets meer over deze
kwestie vernemen zal Abraham de boete
alsnog hebben betaald.
Ondanks het feit dat mevrouw Huygens,
de moeder van de bruid, een ander dienst
meisje had dan Abraham Duvelaer, wijst
alles erop dat het pasgetrouwde stel bij
haar in huis ging wonen. In ieder geval
blijkt uit een belastingkohier van tien jaar
later dat dit hun woonadres was. Tot in de
achttiende eeuw bleef het huis nog op
naam staan van de erfgenamen van Sara's
vader.
Pastorie
Voor we verdergaan zullen we eerst eens
nader kennismaken met de bewoners van
de pastorie. Abraham Duvelaer is geboren
rond 1650 in Oostkapelle, waar zijn vader
predikant was. Na zijn studie theologie
werd hij in 1670 in fort Lillo beroepen en in
1675 in Veere. De verhuizing vond plaats
in mei en de gemaakte kosten, 24 gulden,
betaalde het fort. Het is niet meer te ach
terhalen maar misschien kwam hij toen al
in huis bij mevrouw Huygens. Haar zoons
studeerden buiten de stad en alleen Sara
was nog thuis; er was dus ruimte genoeg
in de grote pastorie in de Wijngaardstraat.
Sara en haar broers waren kinderen van
dominee Marinus Huygens en Anna van
Grijpskerke. De kinderen Huygens zijn in
fort Liefkenshoek geboren, Jacobus op 20
november 1650, Hubertus op 3 december
1651 en Sara op 26 maart 1653. Nadat
hun vader in 1659 predikant in Veere was
geworden verhuisde het gezin daarheen.
Twee jaar later stierf hij.
In Sara's trouwjaar studeerde Jacobus
theologie in Leiden. Net als zijn vader wil
de hij predikant worden. Hubertus promo
veerde op 28 oktober van datzelfde jaar tot
meester in de rechten aan de Hogeschool
in Harderwijk en werd met aanvang van
het nieuwe jaar schepen in Veere.
Al met al een respectabele aristocratenfa-
milie die niet wilde dat haar onderlinge ru
zies en schandalen op straat terecht zou
den komen. Maar soms pakt dat anders
uit.
Stomdronken
Op 30 juli 1677 zaten de jongedames Cor-
nelia Vree en Clasina Vervondel 's avonds
in het achterhuisje van de familie Vervon
del dat naast de achterplaats van mevrouw
Huygens stond. Waarover ze spraken we
ten we niet, maar wellicht was dat over
buurvrouw Huygens die drie dagen daar
voor gestorven was en nog boven de aar
de stond. Rond de klok van tienen hoorden
ze een hels kabaal. Ze liepen naar het
raam en zagen op de achterplaats Abra
ham Duvelaer luidkeels tegen zijn zwager
Hubertus staan schreeuwen. De vrouwen
konden goed zien dat de dominee te diep
in het glaasje had gekeken, want "sijn
lichaem en beenen slingerden van den
eene sijde naer de andere". Hij schreeuw
de zo hard dat de hele buurt het kon ho
ren. Hij schold zijn zwager uit voor fielt en
schelm. In een poging de dronken predi
kant tot bedaren te brengen hoorden ze
Hubertus zeggen: "Doet het sterfhuys van
mijn moeder sulcke schande niet aan!"
Maar dat was olie op het vuur en Abraham
begon alleen maar harder te schreeuwen.
Hij riep dat hoe meer mensen het hoor-