Oostkapelle. Uit: Nieuwe Chronyk van Zee
land, M. Smallegange, Zeeuwse Bibliotheek.
nu om den hoek, by een groen lust-prieel,
dat boven in eenen konstig-geleiden boom
uit gevlochten takken gemaakt was, en
zagen dat met veel genoegen aan, als de
deur van 't huis open, en de Ambachts-
Heer daar uit, en na 't gezelschap toeging,
verzoekende hen, na wederzijdsche plicht
plegingen, in 't Huis, of in den Hof te tre-
groot en verguld zijnde, met schitterende
vleugelen scheen na boven te vliegen.
Nu waren zy, door een dwars pad weder by
een gekomen, en zagen met overgroot ver
maak de overige Hof-cieraaden, en 't Huis
van achteren en op zijde, als Ewoud
zich tot den Ambachts-Heer wendende,
zeide: 'dit Huis kan niet zeer oud zijn, en is,
f DE A.MBACHT8-HBE«tI'YKJ,EYT
I)„rp m Hr«r«n - Huyi r-« <>ol> <'»£P'Ur
v k ii, v*
M'l I
den. Op die beleefde nodiging keerden zy
voorby, en aan de andere zijde van 't Huis,
en gingen over eene brug in den Hof, daar
zich de wellust zelve zoud hebben konnen
voldoen, en Ewoud meer als te voren over
verwonderd scheen, ziende de net-gescho-
rene heggen, konstige naaldspitsen, zin
lijke lust-prieelen, schoone wandelpaden,
volgeladene naan-boomtjes, en andre Hof-
cieraaden. Hillegonde, terwijl de anderen
voort wandelden, bleef met Adolf staan
voor een beeld van Merkurius, dat levens-
zo wel als deeze Hof, van te nieuw en he-
dendaagsch maaksel, om te doen geloven,
dat het lang gesticht zy.' "T Is waar', ant-
woorde de Ambachts-Heer, 'en als my, in 't
Jaar 1679 deeze Heerlijkheid was opge
dragen, heb ik Huis, en Hof dus aange-
lecht. Men wil, dat hier wel eer een
Klooster ware, zonder te weten van welke
Kloosterlingen: hoewel eenige zeggen, dat