Bommen
én granaten
11
Het vergeten bombardement opnieuw belicht
Inleiding
Op 17 mei 2015 is het 75 jaar geleden dat
een groot deel van de Middelburgse bin
nenstad door oorlogsgeweld werd ver
woest.
Vijfjaar geleden, in mei 2010, verscheen
het boek Middelburg 17 mei 1940. Het ver
geten bombardement (HVB), dat wij samen
met Koos Bosma, Victor Laurentius en An
neke van Waarden-Koets schreven en sa
menstelden. Het was het eerste grote
overzichtswerk, gebaseerd op uitgebreid
archiefonderzoek in binnen- en buitenland
(Duitsland, Engeland en Frankrijk), dat over
het 'vergeten bombardement' verscheen.
Het was tevens de eerste publicatie waarbij
veel 'nieuw' archiefmateriaal (zoals het
'Duitse witboek' of Tatigkeitsbericht Son-
derkoionne Schnock in het ministerie van
Buitenlandse zaken te Berlijn en het
privéarchief van burgemeester Jan van
Walré de Bordes (thans in het Zeeuws Ar
chief) kon worden benut. Ook werd in het
boek een historiografisch overzicht van het
'bombardement' gegeven.
Inmiddels zijn we vijf jaar verder. Wat is er
sindsdien nog gezegd en geschreven over
het bombardement en wat valt daarover op
te merken?
We zullen in dit artikel ingaan op de be
langrijkste publicaties en daarbij ons com
mentaar geven aan de hand van drie
hoofdthema's.
-Was het een terreurbombardement of
ging het om een tactische beschieting?
- Is de verwoesting op het conto van de
Duitsers of op dat van de Fransen te schrij
ven (of waren beide partijen schuldig)?
- Hoe staat het met de beeldvorming van
het 'vergeten bombardement'?
Terreurbombardement?
Niet iedereen is het met de conclusies van
HVB eens. In een gastcolumn in de PZC
van 22 mei 2010 schreef oud-staatsraad
Jan van der Weel dat de aanval op Middel
burg in strijd was met het humanitaire oor
logsrecht, waarbij hij zelfs de term
terreurbombardement niet schuwde. Hij
vond het dan ook een "groot manco" van
het boek dat niet alleen een juridische,
maar ook een morele veroordeling van het
bombardement op Middelburg ontbreekt.
In een artikel in het blad Zeeland van het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der We
tenschappen, begin 2011diende Tobias
van Gent Van der Weel van repliek. In te
genstelling tot juristen, zo stelde de mede
auteur van HVB, zijn historici terughou
dend in een normatieve of moralistische
benadering van geschiedenis. Hij ging in
het vervolg van zijn stuk dieper in op de
vraag of het bombardement in strijd was
met het toen geldende oorlogsrecht. Artikel
27 van het Landoorlogreglement (LOR)
schrijft voor dat bij het bombarderen alle
mogelijke maatregelen genomen moeten
worden om religieuze, culturele en weten
schappelijke gebouwen, historische monu
menten en ziekenhuizen te sparen. Al snel
nadat het LOR in 1910 formeel van kracht
werd, zo opperde Van Gent, vonden ingrij
pende veranderingen in de oorlogvoering
plaats. Zo waren in de Eerste Wereldoorlog
zowel snelheid als schaal van militaire ope
raties aanzienlijk toegenomen waardoor
het LOR achterhaald bleek. Een van de ge
volgen van de nieuwe militaire werkelijk
heid was dat een frontgebied veel meer
omvang kreeg. Tot ver achter de eerste
linie lagen loopgraven, artillerieopstellin-