Jong buiten
3
De geschiedenis van de buitenplaats Zuidvliet en zijn bewoners
Dirk Dronkers, geboren te Axel 6 april 1801,
werd opzichter bij Rijkswaterstaat. In 1823
trouwde hij met Julie Philipine Dubosch uit
Sas van Gent. In 1824 begonnen als zelfstan
dig ondernemer, verkreeg hij in 1846 de con
cessie voor een spoorweg van Vlissingen via
Middelburg op Venlo en Maastricht. Foto ca.
1870. (Gemeentearchief Vlissingen, Fa 10297)
In een artikel over de buitenplaats Enge
lenburg (De Wete, april 2013) sprak ik de
wens uit ook nog eens over het naburige
hof Zuidvliet te publiceren. Thans is het zo
ver.
Zuidvliet lag pal naast Engelenburg op de
hoek van de Oude Vlissingseweg en de
Schroeweg, vlakbij het Ronde Putje in
Oost-Souburg. In tegenstelling tot de
meeste buitenplaatsen, die soms al uit de
zeventiende eeuw dateren, werd Zuidvliet
nog niet zo lang geleden gebouwd. Het is
pas omstreeks 1860 gesticht door de be
kende Middelburger Dirk Dronkers, de man
die veel gedaan heeft voor de aanleg van
de eerste Zeeuwse spoorlijn, van Bergen
op Zoom naar Vlissingen. Toch schijnt er al
lang voordien een hof gelegen te hebben;
op de kaart van Hattinga (1750) is al een
soort buitenplaats, met bebouwing en veel
beplanting, te zien.
Volgens de registers van de Polder Wal
cheren lag er op die plek alleen maar
bouw- en weiland en een heel klein bosje,
mogelijk het restant van een voormalig bos
of park. In 1832 stond er een hofstede,
Klein Engelenburg, op naam van Janna
Janse te Serooskerke, weduwe van Pieter
Suurmond. Omstreeks 1843 was Lein
Suurmond eigenaar. Op 8 juni 1858 ver
kochten zijn erfgenamen de hofstede met
zesenhalve hectare grond - inclusief een
moestuin, een boomgaard en bos en
bouw- en weiland - voor ruim f 8.500 aan
de energieke aannemer en zakenman Dirk
Dronkers. Dronkers had al een prachtige
grote woning aan de Vlissingsestraat num
mer 7 te Middelburg. Die staat daar nog
steeds te pronken en wordt nu bewoond
door de tuinarchitect A.J. van der Horst.
Dirk Dronkers
De in 1801 geboren Dirk Dronkers heeft
zijn hele leven veel gedaan voor de ontwik
keling van Zeeland, onder andere op het
gebied van waterbouw, vervoer en drink
watervoorziening. Hij werd al op zeer jeug-
dige leeftijd opzichter bij de aanleg van het
Kanaal van Gent naar Terneuzen en werd
daarna, op 24-jarige leeftijd, zelfstandig
aannemer van waterwerken. Daar bleef het
niet bij. Hij kreeg ook belangstelling voor
de aanleg van een spoorlijn van Bergen op
Zoom naar Vlissingen. Bijzonder, want het
eerste stukje spoorlijn in Nederland - tus-