Eigentijdse beschildering van een manschap-
penbunker, type 502. (coll. H. Sakkers)
ten, die gemaakt waren van gewapend be
ton en elk een specifieke taak hadden.
Forten moesten imponeren en hun om
vang kon niet verdoezeld worden, maar
een bunker kon eenvoudig aan het oog
worden onttrokken door middel van ca
mouflage. De noodzaak van een vorm van
vermomming was urgent omdat in de mo-
Opvallend was dat de Duitsers typisch
Walcherse kenmerken toepasten bij het
camoufleren, zoals de vermomming als
boerenwoning en het schilderen van paal
hoofden op een bunker aan zee.
Het aanbrengen van camouflage
Vliegtuigen konden niet alleen bombarde-
derne oorlogvoering het vliegtuig meer en
meer terrein won. Observatie vanuit het
luchtruim was een vast onderdeel bij de
krijgsverrichtingen.
In de Tweede Wereldoorlog werden op gro
te schaal bunkers gebouwd, zoals de Duit
se Atlantikwall, die liep van noord-Noorwe-
gen tot aan de Spaanse grens. In Zeeland,
met name op Walcheren, verrezen honder
den bunkers om de strategisch belangrijke
Westerscheldemonding en dus de toegang
tot Antwerpen te verdedigen. Om deze
bunkers aan het zicht te onttrekken wer
den ze vaak gecamoufleerd.
ren maar ook verkennen, en daarnaast
fungeerden ze vaak als artilleriewaarne
mer. De rol van het vliegtuig was bepalend
voor de vestingwerken in het veld.
In vergelijking met forten waren bunkers
relatief klein, dus konden ze eenvoudig
verborgen of vermomd worden. Vaak ver
dwenen de bunkers onder een laag aarde,
met uitzondering van het schietgat. De aar
den dekking gaf een extra bescherming en
de gladde wanden, voor zover niet met