6 met de socialist Floor Wibaut. Ook zij bleef zich inzetten voor haar idealen. Kampen Er waren twee soorten kampen, namelijk voor krijgsgevangenen én voor vrouwen en kinderen. De krijgsgevangenen werden meestal buiten Zuid-Afrika ondergebracht: op Bermuda, Ceylon, Sint Helena en in In dia. Vrouwen en kinderen zaten in kampen in Zuid-Afrika zelf, gescheiden van hun ge kleurde personeel. Medio 1901 waren er 93 duizend blanken en 24 duizend niet- blanken in kampen gedetineerd. In de kampen hadden de krijgsgevange nen het heel moeilijk. Ook in de kampen voor vrouwen en kinderen heersten grote problemen, vooral op het gebied van voed sel en gezondheid. In kamp Heidelberg bij voorbeeld kregen de gevangenen alleen meel, eikeltjeskoffie, suiker en vlees. Melk was schaars en er was onvoldoende zeep. Mazelen en tyfus kwamen veelvuldig voor, en veel gevangenen stierven eraan. Een aantal vrouwen in een kamp in Pretoria wendde zich zelfs tot buitenlandse consuls om hulp. Ook daar was onvoldoende voed sel en er heersten ziekten door de kou. In kamp Irene sliep men zonder beddengoed op de grond. Door slecht vlees had een moeder daar in tien dagen tijd drie kinde ren verloren. Eau de cologne Voor hulpaanvragen waren de gedetineer den op brieven aangewezen. De brieven voor het comité kwamen overal vandaan, uit Ceylon, Sint Helena, Zuid-Afrika, maar ook van Nederlandse instanties en particu lieren. Sommige brieven waren geadres seerd aan "Mevr. M. Berdenis van Berle- kom te Middelburg", zonder nadere adres aanduiding, maar ze kwamen toch bij haar terecht. Waar werd om gevraagd? Dat kon van al les zijn: lectuur, bijbels, kleding, levensmid delen, schoolbehoeften, sigaren, tabak. Het sturen van boeken leverde wel eens problemen op, de Engelse censuur contro leerde alles en dat kostte veel tijd. In mei 1901 kwam bij het comité een brief binnen van kapitein Versélewel de Witt Hamer, commandant van kamp Deadwood op Sint Helena. Hij vroeg om brillen, cordu- roystof, garen, griffels, kammen, leien, ta bak en winterjassen. Vanuit ditzelfde kamp werden twee kisten met bijbels en psalm boeken teruggestuurd, want die had men al. De kampleiding verzocht alleen goede ren te sturen waar door hen om was ge vraagd. Soms kwamen echte noodkreten binnen. Een vrouw in een kamp te Pietermaritz- burg had geweigerd de naam van haar bij een Boerencommando vechtende man op te geven. Als straf waren haar rantsoenen ingetrokken, ze had vrijwel niets te eten en ook gebrek aan kleding en schoeisel. De Franse consul in Colombo vroeg om geld voor 21 Franse gevangenen die op Ceylon waren geïnterneerd en van wie de mees ten totaal niets hadden. Uit kamp Ragama, ook op Ceylon, kwam een verzoek om bijbels en andere gods dienstige lectuur om het moreel van de ge lovige Boeren op te vijzelen. In Trickonopo- ly in Brits-lndië zat men verlegen om schoolboeken en Nederlandse lectuur. Van alle kanten stroomden goederen bin nen: broeken, dekens, hemden, kinderkle ding, kousen, mantels maar ook eau de cologne, havermout, sponzen, tabak en zeep. Er werd ook veel geld geschonken. Er

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2014 | | pagina 8