Vrouwenpolder werd nu dus definitief los gemaakt van Serooskerke, terwijl tevens aan de westkant de grens met de parochie Oostkapelle zal zijn vastgesteld. De grens met de parochie Serooskerke liep direct ten zuiden van de Westdijk (Koningin Em- maweg) en de Dorpsdijk. De parochie viel zo geheel samen met de heerlijkheid Vrou wenpolder. En het patronaatsrecht ging nu niet naar de graaf, maar naar de abt van Middelburg aan wie graaf Willem III dit recht kennelijk had afgestaan. De heer van Veere en Vrouwenpolder werd daarbij gepasseerd. Die heer was inmiddels Wolfert III, de zoon van Wolfert II. In 1324 was deze nog min derjarig en stond onder voogdij van zijn ooms Floris en Klaas van Borsele. Later bleek Wolfert III zich echter niet bij de situ atie te hebben neergelegd. In 1346 ver klaarde hij zich als stichter van de kerk van de Nieuwe Polder te beschouwen - hij doelde waarschijnlijk op de verheffing tot volwaardige parochiekerk in 1324 - en twee jaar later, in 1348, waren de abdij en heer Wolfert in een proces verwikkeld voor het bisschoppelijk hof te Utrecht over het patronaatsrecht van de kerk. Hoe dat pro ces is afgelopen weten wij niet exact, maar een feit is in ieder geval dat vanaf die tijd de heren van Veere als enigen het patro naatsrecht in de kerk van Vrouwenpolder uitoefenden, en de abdij van Middelburg daarop geen aanspraak meer maakte. In datzelfde jaar 1348 vond er overigens nog iets merkwaardigs plaats. Toen kwam namelijk Wolfert III met de pastoor van Zanddijk overeen dat deze laatste zich er bij neer zou leggen dat de inwoners van Vrouwenpolder parochianen waren van de Onze Lieve Vrouwekerk in Vrouwenpolder en niet van de kerk van Zanddijk. Dat was dus kennelijk een geschilpunt geweest, ter wijl toch uit andere gegevens blijkt dat de kerk van Vrouwenpolder een dochterkerk was van die van Serooskerke! Waar kwam die claim van de pastoor van Zanddijk dan vandaan? Ik denk dat dat maar op één ding wijst, namelijk dat de mensen die zich kort voor 1314 in de bedijkte of herdijkte Wolfertspolder hadden gevestigd, afkom stig zullen zijn geweest uit het ambacht en de parochie Zanddijk. Meer polders Wat de verdere ontwikkeling van Vrouwen polder betreft, bleef het in de veertiende eeuw niet bij die ene Wolfertspolder. Uit een stuk uit 1363 blijkt dat toen inmiddels waren ingepolderd: de "Westerse nyeuwe polre bi den dunen", dat moet de Beek hoekspolder zijn; de polder ten noorden van de Noorddijk, die zich tegenwoordig uitstrekt van camping De Zandput tot Oranjezon; verder de "Oosterche nyeue polre" daarnaast; ongetwijfeld de Gerste polder, het poldertje waar zich nu het fruit- teeltbedrijf Ter Schorre bevindt, en boven dien was toen de oude Wolfertspolder in middels in oostwaartse richting verlengd, namelijk van de Monnikendijk tot het punt waar de Noorddijk in het oosten uitkomt op de Polredijk. Wat in 1363 nog niet was bedijkt, was de tegenwoordige Noorder-Nieuwlandpolder, het land ten noorden van de Noorddijk, waar nu de Fort den Haakweg en de N57 dwars doorheen lopen en waar Breezand I en II in liggen. Dat gebied bleef nog lang schorrenland, en werd door de heren als weidegrond verhuurd aan de pachters van de Gerstepolder. Pas omstreeks 1455 werd ook dat gebied ingepolderd. Vandaag de dag zullen veel fietsers en

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2014 | | pagina 9