51 Adri Verhage en zijn dochter Natasja bij het sjeesjesrijden in Aagtekerke. (foto Matty Geschiere, 2013) gen ze even naar buiten, als het zo uitkomt de sneeuw in. Ze vinden het heerlijk, net als de eerste dagen in de wei in het voor jaar. Aan het eind van de winter trekt Ver- hage met zijn paarden naar het Noordzee strand. Mijten en ander ongedierte die zich bij voorkeur in de haren van de paarden- benen nestelen worden in het zoute zee water afgewassen. Dat is vooral nodig na zachte winters. In het voorjaar begint het echte werk. Het land moet worden bemest met de kunst meststrooier, de akkers worden geslecht met de sleepeggen, die zijn er voor een tweespan en een driespan. Er wordt ge zaaid en gepoot met de oude machines. In de zomer wordt het hooi geoogst. De paar den helpen bij het keren van het gemaaide gras (het maaien zelf is te zwaar voor hen) en voeren de balen hooi af, die met de hand op de bandenwagen worden gesto ken. Het is mooiweerwerk, na afloop wordt het stof van de paarden afgespoten voor ze weer de wei in gaan. In het najaar wor den de mangels en de aardappelen ge oogst. Dat is zwaar werk. De mangels wor den uit de grond getrokken en op rij ge legd. Daarna wordt het loof eraf gestoken. Met paard-en-wagen worden de mangels naar het erf van de boerderij vervoerd, waar ze op een mangelpit bewaard wor den. Na de oogst wordt het land geploegd. Dat noemt Verhage zijn grootste passie. Tussen de bedrijven door is er tijd voor speciale activiteiten die de stal soms ook nog wat opleveren. Op de evenementenda- gen die de Stichting Polderhuis in Westka- pelle organiseert werden paarden van Stal

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2014 | | pagina 55