weld om. Alleen wie vlees at, vaak vloekte en loog werd geacht het ware geloof te be lijden en kon aan de inquisitie ontkomen. Ruim anderhalve eeuw later zou de Praag se ketter Johannes Hus op de brandstapel zijn leven eindigen. Ook hij erkende het kerkelijk gezag en het kerkelijk bezit niet. Zijn leerling Hieronymus van Praag onder ging hetzelfde lot en van zijn leermeester John Wycliff werden de botten opgegraven om die alsnog te verbranden. Weer een eeuw later zouden Zwingli en Luther onaf hankelijk van elkaar de kat de bel aanbin den. Verschillende elkaar opvolgend pau sen hadden de amoraliteit, hebzucht en machtspolitiek binnen de kerk tot ongeken de hoogten weten op te voeren. Maarten Luther, een augustijner monnik en hoogle raar theologie, begon zich tegen deze ver loedering te verzetten. Zijn 95 stellingen van Wittenberg sloegen in als een bom en spleten de kerk voorgoed. In sociaal-poli tieke zin was Luther uiterst conservatief, maar zijn ketterij resulteerde in de aantas ting van het pauselijke gezag. Kerkelijke bezittingen kwamen in handen van plaat selijke machthebbers die de Hervorming steunden. Paus Leo X zou uiteindelijk de banvloek over hem uitspreken. Dat kon niet verhelpen dat Luther aan het eind van zijn leven een traktaat opstelde waarin hij opriep joden te verbannen en hun huizen en synagogen plat te branden. Met Calvijn was het niet veel beter gesteld. Het eerste boek van de jonge humanist, met als thema de zachtmoedigheid, kan nog als een lofzang op Erasmus worden gezien. Als reformator was hij bepaald niet zachtmoedig en eiste hij onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de geloofsregels, verplichtte hij tot kerkbezoek en organi seerde visitaties bij de mensen thuis. Het kwam zelfs zover dat zondaars de dood straf konden verwachten. De Spaanse theoloog en hervormer Miguel Servet, die in Calvijn een dwaalleraar zag, werd door hem gearresteerd en op de brandstapel gezet. Servets volgelingen verging het niet beter. Deze ontwikkelingen gingen niet aan Zee land voorbij. Het was de uit Denemarken verdreven koning Christiaan II die de Zeeuwen liet kennismaken met de ideeën van Luther. Op 1 mei 1523 kwam hij met veertien schepen aan in Veere. Zijn en thousiasme voor het nieuwe geloof leidde ertoe dat Maximiliaan van Bourgondië, de abt van Middelburg, zijn secretaris Gerard Guldenhouwer naar Wittenberg stuurde om poolshoogte te nemen. De man kwam laaiend enthousiast terug, hij had het ware geloof gevonden. Zijn positie in Middelburg werd er onhoudbaar door, maar de bood schap was binnengekomen. De nieuwe leer reisde bovendien vrijelijk mee met schepen die de havens van Walcheren aandeden. Daarnaast waren op Walcheren de wederdopers actief. Zij wezen het ge zag van de kerkelijke en wereldlijke over heid af. Die wereldlijke overheid meende derhalve de ketterijen niet al te lang te moeten tolereren. Dit leidde in Middelburg tussen 1530 en 1564 tot achtentwintig exe cuties. Vooral Filips II spoorde de Zeeuwse bestuurders aan strenger tegen de ketters op te treden, hij kwam er in 1559 speciaal voor naar Zeeland. Veel heeft dat niet ge holpen. Met name het calvinisme vond in Zeeland een vruchtbare bodem. Rond 1560 ontstonden de eerste kerkjes in Vlis- singen, Middelburg en Veere. Bovendien maakte Filips II de tactische fout om de adel tegen zich in het harnas te jagen. Dat deed hij door de kerkprovincies te reorga-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2014 | | pagina 56