Reacties 36 complete. Alle bekende Domburgse afbeel dingen van alle 43 votiefstenen en beelden staan erin vermeld. Samen met de syste matische beschrijving maakt dit weliswaar een mooi overzicht, maar dan toch wel een die vooral voor de wetenschappelijke on derzoekers interessant zal zijn. Het grote publiek dat iets over de geschiedenis van de Nehalennia-beelden wil weten, zal toch eerder naar een ander werk van Stuart grijpen of bijvoorbeeld deel 7 uit de cul tuurhistorische reeks van de provincie, het door J.A. Trimpe Burger geredigeerde De Romeinen in Zeeland. Onder de hoede van Nehalennia uit 1997. Het verdient dan ook lof dat er nog uitgevers zijn die dit soort uitgaven voor een beperkt publiek toch op de markt durven brengen. Johan Francke P. Stuart, Nehalennia van Domburg. Ge schiedenis van de stenen monumenten. 2 dln.; 1- tekstband; 2- afbeeldingen (Utrecht: Matrijs, 2013) 112, 176 pag.; ill., foto's, tek., grav., krt.; ISBN 978-90-5345- 463-3. Prijs €29,95 De wevers dat zijn er geen heren In zijn bespreking van De wevers dat zijn er geen heren (De Wete nr. 3, juli 2013) vroeg Johan Francke zich af waar de titel van dit boek vandaan komt. Henk Feij uit Vlissingen bericht ons: "Die is natuurlijk uit het liedje 'Vier weverkens'." Het is te vinden op www.liedjeskist.nl. Henk voegt eraan toe: "Jan Kaland zelf zal het ook wel weten." Dat zal vast wel, maar dat had Jan als mede-auteur in het boek kunnen vermelden. Cobi Geluk uit Zoutelande schrijft dat ze verwacht dat er wel veel reacties zullen ko men op Johan Francke's verzuchting, want "hele generaties leerden het liedje op school, een oud volksliedje waaruit blijkt dat de wevers erg arm waren." Cobi vond twee coupletten op internet, waarschijnlijk op de site die Henk Feij hierboven noemt. Een derde couplet schreef ze uit het hoofd op. Vier weverkens zag men ter botermarkt gaan En de boter die was er zo diere. Ze hadden geen duit haast meer in hunne tas En ze kochten één pond sa vieren. Refr.: Schietspoele, sjerrebekke, spoelza! Djikke djakke, kerrekoltjes, klits klets! En ze kochten één pond sa vieren. En als zij dat boterken hadden gekocht, Zij hadden er vier platelen. Zij spraken dat vrouwken zo vriendelijk aan: Sa, vrouwken en wilt het ons delen. Refr. Dat vrouwken dat sprak: ja dat zal ik wel doen. ja, zo wel als een vrouwken vol eeren Want ik weet er wel wat de weverkens zijn En de weverkens [dat] zijn er geen heren.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 38