35
stenen ten slotte in 1866 door het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen werden weggehaald en naar Middel
burg gebracht. De Nehalennia-stenen die
er nu nog zijn, zijn volgens Stuart in eigen
dom van het Rijksmuseum voor Oudheden
in Leiden, het Zeeuws Museum in Middel
burg en het Koninklijk Museum voor Kunst
en Geschiedenis in Brussel. Op
merkelijk is toch wel dat Stuart
hier verzuimt te melden dat het
Koninklijk Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen de
feitelijke eigenaar is van een
groot aantal votiefstenen in deze
musea.
Het boek bestaat uit twee delen:
een tekstband en een band met
afbeeldingen. Het eerste deel valt eigenlijk
in twee delen uiteen: in het eerste deel
worden de Nehalennia-geschiedenis en de
stenen beschreven, in het achterste deel,
de catalogus, worden de stenen systema
tisch stuk voor stuk behandeld. Het voorste
deel van de eerste band kent een zestal
korte hoofdstukken over de vinding en be
werking, de beelden en symbolen, inscrip
ties, de kerk van Domburg en een vergelij
king tussen de Domburgse en Colijnsplaat-
se beelden. Daarna volgt de catalogus met
de beschrijving van alle stenen. Van elke
steen worden de volgende zaken vermeld:
beschrijving, materiaal en grootte, inscrip
tie, eigenaar, inventarisnummer, hoeveel
heid afbeeldingen, volledige beschrijving
inclusief inscriptie, commentaar, geschie
denis en documenten. Het boek wordt af
gesloten met een lijst van afkortingen, lite
ratuurlijst en colofon. Het geheel bevat lo
gischerwijs veel Latijn, maar vrijwel overal
is daarvan een vertaling gegeven. Van de
illustraties in de eerste 47 pagina's van het
boek wordt geen verantwoording gegeven;
en dat is toch opmerkelijk in een verder zo
goed gedocumenteerd boek.
Band twee omvat een systematische weer
gave van alle bekende afbeeldingen van
de 43 Domburgse stenen. De band kent al
leen een cijfering bij de afbeeldingen. In de
eerste band is terug te vinden uit welke
collectie/handschrift/boek deze
afbeeldingen komen. Dit is tel
kens in een vaste volgorde ge
daan. Zo zijn de 'k'-nummers
steeds verbonden aan de teke
ningen van Vredius. Hierdoor
ziet de lezer alle tekeningen van
een bepaalde votiefsteen tel
kens naast elkaar en in dezelf
de volgorde en valt het verschil
in kwaliteit van de tekeningen behoorlijk
op.
Wie de boeken in handen krijgt en deze
oppervlakkig doorbladert, zou kunnen den
ken dat het onzinnig is om met de moder
ne druktechnieken een tekstdeel en een
beelddeel uit te geven. Toch is hier goed
over nagedacht. Het is namelijk onmogelijk
om de vele verwijzingen in het boek naar
de overeenkomsten en verschillen tussen
de beelden op een andere wijze dan deze
op te lossen. Daarbij komt dat van sommi
ge votiefstenen wel vijftien afbeeldingen
zijn omdat er alleen al elf tekeningen van
zijn gemaakt. In dit boek worden ook (van
de nog bekende beelden) de foto's met
alle aanzichten gegeven. Afbeeldingen zijn
afkomstig uit de collecties van het Zeeuws
Archief, de Zeeuwse Bibliotheek, de Bibli-
othèque Nationale te Parijs, de Koninklijke
Bibliotheek en de zeventiende-eeuwse uit
gaven van Vredius en Danckers.
Nehalennia van Domburg is eerder een
catalogus dan een boek, maar wel een
NEHALENNIA VAN DOMBURG
GESCHIEDENIS VAN
DE STENEN MONUMENTEN