Groei en krimp
23
De bewoningsgeschiedenis van Hof Ravestein
Zestiende en zeventiende eeuw
Verschillende onderzoeksdisciplines heb
ben zich de afgelopen jaren beziggehou
den met Ravestein, een hofstede gelegen
in het geografisch centrum van het eiland
Walcheren. Martin van den Broeke schreef
al over de bewoners van Ravestein in de
tijd dat het hof de status van buitenplaats
had. Hierop kan worden voortgeborduurd
door de periode vanaf de zestiende eeuw
te onderzoeken toen Ravestein nog boer
derij was. Sinds 1998 heeft dit prachtige
landgoed, gelegen vlakbij de molen van
Grijpskerke, even ten zuidwesten van de
kern van dat dorp, alleen een woonfunctie.
Naast De Wete bestaat de website van
de HKW, www.hkwalcheren.nl. Hierop
treft u onder andere een selectie van ar
tikelen uit eerdere jaargangen aan.
Plaatsing op het wereldwijde web heeft
als groot voordeel dat een artikel voor ie
dereen en overal toegankelijk is. Met de
hierna volgende bijdrage van Jaco
Simons over de bewoners van het Hof
Ravestein tussen 1525 en 1798 zet de
redactie een nieuwe stap om Wete en
web met elkaar te verbinden. De volledi
ge bijdrage met bronvermelding en aan
vullende documentatie kan gevonden
worden op http://www.hkwalcheren.nl/
wete-en-web/
Onderzoek naar de bewoningsgeschiede
nis van boerderijen op Walcheren is voor
een belangrijk deel gebaseerd op overlo
pers van de Polder Walcheren en gege
vens van het kadaster. Overlopers zijn
registers waarin het landbezit op het Wal-
cherse platteland werd genoteerd. Vanuit
negentiende-eeuwse kadastrale gegevens
kan van overloper naar overloper terug in
de tijd worden gewerkt. De oudst bewaard
gebleven overloper is die van de Oostwa
tering uit 1566. Dit document is de start
van de ontrafeling van de bewonersge
schiedenis van Hof Ravestein.
In het tweede kwart van de zestiende
eeuw had Adriaen Willeboorts een boeren-
bedrijfje even buiten Grijpskerke. Landbou
wer Adriaen moet vóór 1566 zijn overle
den, want zijn zoon Logier Adriaens Wille
boorts wordt in de overloper van dat jaar
genoemd als eigenaar van de boerderij
waarop hij woont en werkt. De omvang van
de "hofstede met den boogaert" bedroeg
twee gemeten en 250 roeden, ofwel ruim
een hectare. Daarnaast ontfermde Logier
zich nog over een aantal percelen dat op
naam stond van zijn moeder, die "Adriaen
Willeboorts weduwe" wordt genoemd. In
de marge van de desbetreffende bladzijde
staat er nauwelijks leesbaar bijgekrabbeld:
"Willem Doense". Deze Willem was de op
volger van Logier. Beide mannen waren lo
kale boeren die hun eigen bedrijf runden
op deze plek. Of de boerderij een naam
had, wordt nergens vermeld. Gemakshalve
wordt in dit artikel "Ravestein" gebruikt.
In de volgende bewaard gebleven overlo
per, die uit 1581 stamt, treffen we Jan Vail-
lant. Hij was afkomstig van Rijsel (Lille),
destijds gelegen in de zuidelijke Nederlan-