Op Zanddijk beleefden de jonge boer Vol kers en zijn knecht een wonderlijk avon tuur. Zij waren op een perceel bezig met het laden van erwtenstruiken. De menwa- gen was voor bijna de helft gevuld toen de eerste hagelstenen vielen. Volkers en zijn knecht maakten snel de paarden, die voor de wagen stonden, los en kropen onder de vest, tussen de Koepoort en de Noord poort, zoog de windhoos zich zo vol, "dat er zelfs geen plasje water in de vest over bleef", schrijft Jan Vader. Vervolgens ont laadde de waterhoos zich boven de huizen aan de Noordsingel. Er kwam wel vijftig tot 75 centimeter water in de tuinen te staan en het liep de woningen binnen. wagen om voor de hagel te schuilen. Na het wegtrekken van de bui zagen ze tot hun verbazing dat de erwtenstruiken op de menwagen waren verdwenen. Bovendien waren alle erwtenstruiken op het perceel, die klaar lagen om geladen te worden, spoorloos verdwenen. Een windhoos had alles meegevoerd richting het Veerse Gat. Vandaar de uitdrukking: "Ze bin spoorloos verdwene, net as d'erten van Volkers". De windhoos, die zich boven Sint Laurens afsplitste en richting Middelburg trok, ver anderde daar in een waterhoos. Boven de Mislukte oogst op Walcheren door natuurge weld, oktober 1974. (foto C. Kotvis, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 1425) Groot, groter, grootst De hagel bestond niet uit gewone stenen, maar had verschillende vormen. Sommige stukken ijs waren cilindervormig, andere hadden de vorm van een fles, een slang, een ronde kogel of een komma. Er waren Walchenaren die er behagen in schiepen de hagelstenen groter te doen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 37