scheurbuik! Soms ging er weieens iets mis met een bestelling. Ik herinner me dat we eens wekenlang hagelslag aten omdat er in plaats van pakjes, dozen hagelslag wa ren geleverd. Aan boord werd dagelijks vers brood gebakken en als er, zoals vaak gebeurde, vissers - vooral Belgische - langszij kwamen dan ruilden we vers brood voor een mandje vis. We visten zelf ook vaak, dus er stond regelmatig verse vis op het menu." Onderhoud Om de twee jaar gingen de lichtschepen voor groot onderhoud naar de werf, maar roest bikken, schilderen en soppen, dat was dagelijkse routine. Dat op een licht schip de ankerketting bijzondere aandacht kreeg is duidelijk. De Noord Hinder lag meestal achter 240 meter ketting. Met slecht weer werd de ketting steeds in de gaten gehouden en, indien nodig, een stukje thuisgehaald of gevierd. Alex: "Zeker met slecht weer lag het schip hevig te trekken aan de ketting. Om slijta ge aan de kettingschalmen in de kluis te voorkomen werd er elke dag een schalm gestoken, maar met mooi weer werd dat niet altijd gedaan hoor. Elk jaar werden met warm weer de stagen van de masten gelapzalfd. Als er weinig te doen was wis ten ze altijd wel iets te bedenken. Zo heb ik op de Texel nog eens ballastbroodjes moeten bikken. Dat waren staven ijzer van 50 kilo die als vaste ballast aan boord wa ren. Ook heb ik nog broodjes van lood meegemaakt. Die waren niet altijd com pleet. Dan lagen er namaakbroodjes van karton, die een beetje waren beschilderd, voor in de plaats. De echte broodjes waren omgesmolten tot visloodjes... "Soms lagen de lichtschepen wel een paar maanden voor groot onderhoud aan de werf. Dan kwam er een reserveschip, dat was meestal een oud rotbootje. De Nr. 7 (bouwjaar 1910) en de Nr. 8 (bouwjaar 1923) hebben lang als zodanig dienst ge daan. We schilderden er - in ons geval dan - Noord Hinder op, of enkel maar even snel NH aan weerszijden van de romp. De lichtschepen gingen naar ver schillende werven. De Noord Hinder ging ook weieens in Vlissingen naar de werf, dan moesten we daar in ons verlof een paar dagen bijwerken in plaats van in het tonnenmagazijn." De wacht aan boord Alex: "Wachtlopen deden we met twee man. Met goed weer in de uitkijk (stuur huis) maar met mist liep er iemand op het achterschip de wacht om de mistseinen van andere schepen goed te horen. We hielden ook een scheepsjournaal bij en we moesten daarin ook, als we ze tenminste konden lezen, de namen van passerende schepen opschrijven. Dat was wel een beetje werkverschaffing hoor. Ik heb daar het nut nooit van ingezien, maar misschien dat die eis iets te maken had met de Kou de Oorlog. "Elk uur zonden we een weerbericht naar Vlissingen met de middengolftelefonie- zender en later met de marifoon. Ook luis terden we steeds uit op de middengolf- noodfrequentie van 2182 kHz. In het begin hadden we geen radar. Later kwam er één, een afdankertje van een loodsboot. Dat ding was ook nog eens altijd kapot." Een bijzonder voorval Alex: "Wat ik me direct weet te herinneren is het zinken van de Birkenfels op 7 april 1966. Dat gebeurde in de buurt van de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 24