den hem in Woronesja geholpen bij de
bouw van een vloot. Al vrij snel na aan
komst vertrok hij naar Zaandam, waar gro
te koopvaardijschepen werden gebouwd.
Hij bezocht er de smid Gerrit Kist die hij in
Moskou al had leren kennen en nam bij
hem zijn intrek. In Zaandam werkte hij on
der de naam Peter Michaëlof op de
scheepswerf van Lynst Teeuweiszoon Rog
ge. Hij liet zich in allerlei werkplaatsen en
ateliers in de techniek van verschillende
bedrijven inwijden, bezichtigde oliepersen,
spinnerijen, lakenvollerijen, houtzaagmo
lens, touwslagerijen, slotenmakerijen en
maakte met een al op de eerste dag ge
kochte boot vaartochten op de Zaan, het IJ
en de wateren in de omgeving.
Omdat het publiek hem al snel herkende
en hem niet met rust liet, was tsaar Peter
al na een week genoodzaakt naar Amster
dam te verhuizen. Door bemiddeling van
burgemeester Nicolaas Witsen kreeg hij
werk op de werf van de VOC. Met zijn met
gezellen ging hij in de leer bij meester Ger
rit Klaas Pool en werkte mee aan de bouw
van het fregat Petrus en Paulus. Op 6 ja
nuari 1698 ontving hij zijn getuigschrift,
waarna hij als volleerd scheepsbouwer
naar Rusland terugkeerde.
Walcheren
Op 31 maart 1717 ontvingen de Gecom
mitteerde Raden van Zeeland van de rege
ring uit Den Haag een brief met de mede
deling dat "sijn Czaarse Majesteit voorne
mens was met het jaght van d'Heeren
Staaten van Hollandt ook een reys na de
provintie van Zeelandt te doen om het
voornaamste aldaar mede te sien". Vol
gens de Russische ambassadeur, prins
Curakin, zou zijne hoogheid vanuit Den
Haag naar Rotterdam reizen, om na een
verblijf van drie dagen in die stad direct
naar Middelburg door te varen. In Middel
burg zou hij aan boord overnachten. De
tsarina zou in Holland achterblijven.1 De
regering vroeg de Gecommitteerde Raden
de tsaar met alle egards te ontvangen,
hem tijdens zijn verblijf in de provincie een
lijfwacht te geven en zijn privacy te waar
borgen. Prins Curakin, die de tsaar zou
vergezellen, verlangde een Franse tolk
omdat hij alleen het Frans en het Russisch
machtig was. Voor de tsaar was dat niet
nodig, omdat die het Nederlands redelijk
goed verstond.
Voorbereidingen
De Gecommitteerde Raden kozen uit hun
midden de heren Van de Perre, Van de
Dusse en secretaris Van Lanen die de
tsaar bij aankomst namens het provincie
bestuur zouden verwelkomen. Vervolgens
werden de besturen van de zes stemheb
bende steden (Middelburg, Vlissingen,
Veere, Zierikzee, Goes en Tholen) van zijn
komst op de hoogte gesteld en gevraagd
het kanon op de wallen voor het lossen
van saluutschoten in gereedheid te bren
gen. Bij Zijpe moest een jacht op de
stroom worden gelegd dat de komst van
de monarch moest afwachten en de com
mies ter plaatse werd gevraagd het kanon
in gereedheid te brengen. Zodra de tsaar
in Zeeland zou zijn gearriveerd, moest uit
de garnizoenen van Veere en Vlissingen
een detachement soldaten naar Middel
burg worden gezonden om als wacht voor
zijn logement geplaatst te worden. Om de
24 of 48 uur moest de wacht worden afge
lost. De commandeur uit Vlissingen kreeg
bevel twaalf man naar fort Rammekens te
sturen die bij het passeren van de tsaar
saluutschoten moesten lossen. Tot slot