w 6 Ui r 'T' *<- fStf y «J S,//- SF •v 4^ *- r'^u'--V/r~ "f een Engelse aanval werd verwacht: "Het nieuw[s] dat er hier is, is dat zij den En gelsman hier strek verwachten." Jan Baptiste de Lange Papier en inkt waren duur en de soldij karig. Daarom werd het vel papier waarop Dominicus de brief aan zijn broers en zus- -- 'V«'^ 4/,/ -/ <>^'3*^ - b'yt /(//*'"<- cS&L'f J.^/ r'' r V, -c^v«- /Zllr leS' j-t*- f i- i 'S/.w -.énrty ffjk-cy. '"'y C/<~ ilC^t' V i±, «y sf., A Jcc/Zt^ yll é-SV{ £,t 2, „?U/ y j^- u,vzr ^w.,. -J'«*'- y. ,ri X ■- De brief die Dominicus Botteldoorn op donder dag 6 augustus 1811 vanuit Veere aan zijn broers en zus in Oudenaarde (België) schreef, (collectie auteur) ter had geschreven aan de keerzijde door Jan Baptiste de Lange benut om zijn fami lie op de hoogte te stellen van zijn beleve nissen in de afgelopen tijd. Jan Baptiste was 24 jaar en gelijk met Dominicus in Veere aangekomen. Hij was geboren in Vingau, maar zijn ouders woonden toen net als Dominicus' broers en zuster in Oudenaarde. Ook Jan Baptiste begint zijn brief met de vermelding dat hij nog in goede gezond heid is. Hij was, toen hij in Middelburg was aangekomen, ingedeeld bij het 1ste batal jon 3de compagnie. Hij had het er niet ge makkelijk gehad want zijn peloton moest elke dag zes uur exerceren. Ook had hij in het hospitaal gelegen. Wat hij gemankeerd had en hoelang hij er gelegen had, schreef hij niet. Omdat we dit toch wel willen we ten, kunnen we het nu opzoeken in het in schrijvingsregister van het hospitaal dat in het Zeeuws Archief wordt bewaard. Na enig zoeken vinden we dat hij op 26 april 1811 met koorts was opgenomen. Ook weten we uit het register zijn leeftijd en ge boorteplaats. Gelukkig leed hij niet aan de beruchte Zeeuwse koortsen, want na een week mocht hij het hospitaal alweer verla ten. Zijn bataljon was intussen uit Middel burg vertrokken naar een plek drie uur gaans daarvandaan en lag nu "tegen de flacke zee". Wat hij met de "flacke zee" bedoelt is niet duidelijk. De enige naam waaraan het doet denken is Flakkee, maar het zou evengoed een andere plaats ge weest kunnen zijn. Hij moest daarom op nieuw worden ingedeeld en zo kwam hij bij het 48ste regiment terecht. Zijn tenue was hetzelfde als dat van Dominicus, alleen met dat verschil dat op de knopen het nummer 48 stond in plaats van 21Dat hij niet met zijn kameraden was mee kunnen gaan betreurde hem niet, want hij schreef: "Zij zijn noch wel thien mael slechter als wij, maer het is ook een slecht leven ge noeg, wij moeten hier ook op het strood slaepen en wij en krijgen gewillig maer half genoeg om ons te leven." Al was het solda tenleven erg zwaar, zijn ouders hoefden zich om hem geen zorgen te maken, want binnenkort hoopte hij weer thuis te zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 8