8 de Engelsen eind december 1809 ingelijfd bij Frankrijk. De gevolgen ervan waren al vrij spoedig in Veere merkbaar. Op 5 janu ari 1810 marcheerden de eerste Franse troepen het stadje binnen. Ze werden als vrienden ontvangen en om hen te verwel komen had de burgemeester de vlag van de stadhuistoren laten uitsteken. De Hol landse vlag welteverstaan, en dat viel verkeerd bij de Franse comman dant die bevel gaf hem onmiddellijk in te halen. In februari kwam de eerste Franse douanier naar de stad om de bur gers te controleren op het bezit van verboden smokkelwaar. De burge meester gaf hem hiervoor geen toe stemming, maar liet de huiszoeking door de recherche onder toeziend oog van de stadsbodes doen. Hoe wel de smokkelhandel op Engeland bloeide troffen zij niets aan. Op 22 maart werden onder dreiging met militair ingrijpen alle boeken en papieren van de commissaris der verponding en de ontvanger der beschreven middelen door enige employés van het gouvernement in beslag genomen en afgevoerd. Erger werd het toen de bezetters beslag legden op huizen, meubels en zelfs keukengereed schappen van burgers, waardoor die er ook last van kregen. Nadat alle pogingen van de burgemeester om dit verder te voorkomen waren mislukt, drong het ein delijk tot het gemeentebestuur door dat het moest buigen voor het Franse gezag. In mei 1810 bracht Napoleon samen met zijn echtgenote een bezoek aan het eiland. Op 10 mei kwam hij rond half drie te paard langs de dijk vanuit Arnemuiden bij de bar rière van de Zandijksepoort in Veere aan. De commandant van het garnizoen en een Warwijcksestraat. Volgens een opgave uit 1808 konden er in totaal zevenhonderd manschappen in worden ondergebracht. Daarnaast werden de zolder van de waag en de vroegere stadsschool in de Wage- naarstraat ook als kazerne gebruikt en lagen er soldaten ingekwartierd bij particu lieren. Begin negentiende-eeuwse Duitse gravure van Veere. (collectie auteur) Omdat volgens het overlijdensregister van de stad militairen van hetzelfde onderdeel als Dominicus in de kazerne in de Mijns- herenstraat zijn overleden, zou hij hier gelegen kunnen hebben. Of Jan Baptiste daar ook lag is niet meer te achterhalen. Toen Dominicus en Jan Baptiste in Veere aankwamen bood de stad een troosteloze aanblik. De handel met Schotland was ver leden tijd en geen koopvaardijschip deed de haven meer aan. De eens zo welvaren de handelsplaats was veranderd in een dode stad en alleen de soldaten zorgden nog voor wat leven in de brouwerij. 1810 In tegenstelling tot de rest van Holland was Walcheren meteen na het vertrek van

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 10