el I -^or* tfT r^fwcoLo^ Nf Vr«^> >0 «^ArCO 6^ |k»..5- 1 (9 |8o(~V|TCW 1 cc 6 "X oorncv^ti i 9t\tu> ~b$ titt&Ca£(? tinSijirp^ 00/ 6* tyooviMf{' 13|v'»l X? £*>«<0^ £V. O^r* 00' 6 hMUMIS kC^fft»e;aaW De vermelding van het huis in de overloper van de Vijf Ambachten, 1619. (Zeeuws Ar chief, Rekenkamer II, inv.nr. 1156, folio 103) deze al een oprit vanaf de openbare weg had, heette die in de regel een baan ("bae- ne"). Dit maakt het aannemelijk dat hier in 1619 een bijzonder complex lag. Nicolaes de Vrieze is dus waarschijnlijk de stichter van de buitenplaats. Hij voegde in 1610 een deel van de ambachtsheerlijk heid Meliskerke toe aan zijn bezittingen.6 Dat het huis vanaf toen van de ambachts heer was, maakte het voor tijdgenoten toch net iets belangwekkender dan een gewoon buitenverblijfje van een koopman of ambtenaar. De Vrieze stamde uit een oud geslacht van edelen, van wie er enkelen op Zuid-Beve land grond en ambachten in bezit hadden. De familie bleef lang katholiek en dat zal de reden zijn dat Nicolaes de Vrieze on danks zijn status niet in het openbaar be stuur zat. Hij was een ontwikkeld man en schijnt veel gereisd te hebben. Naast een aandeel in de heerlijkheid Meliskerke be zat hij nog ambachtsporties in Mariekerke, Biggekerke en Grijpskerke.7 Na zijn overlijden in 1633 erfde de oudste zoon Gillis het deel van de heerlijkheden Grijpskerke en Melis- en Mariekerke. In 1641 kwamen deze in handen van Gillis' dochter Anna.8 Nadat haar echtgenoot Ferdinand Magnus was overleden, trouwde ze met Johan Dimmer. Deze was rent meester van de heerlijkheid IJsselstein en komt van 1637 tot 1678 in de archieven voor in die functie. De eerder genoemde geschiedschrijver Jacob van Grijpskerke meldde in 1653 dat ook het huis toebehoorde aan "de heere Dimmer, rentmeester van de heerlijk- heijt van Isselsteijn".3 De overlopers uit 1636 en 1656 melden echter beide de in 1633 overleden Nicolaes de Vrieze als eigenaar. In die jaren was Tonis Blauwaert de pachter.'0 Het is de vraag of deze gege vens betrouwbaar zijn. Wijzigingen in grondeigendom werden niet altijd in de overlopers verwerkt; bij het opstellen van een nieuwe nam de klerk soms gewoon de oude gegevens over." De achtereenvol-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2010 | | pagina 6