de vissoorten die er gevangen worden,
welke gevaren er voor de strandvisser zijn
(vollopende laarzen bij voorbeeld), welke
windrichting de beste vangst oplevert en
waarom zeefuiken in Vlissingen sterker
moeten zijn dan die in Katwijk.
Door krabben en veel zeewier komen er
gaten in de netten. In een apart hoofdstuk
legt Vreeke uit hoe het
boeten, het repareren van
deze gaten in zijn werk
gaat.
De Zeeuwse Strandvisse-
rij is een leuk boek. Het is
niet duur, rijk geïllustreerd
en verrassend goed ge
schreven. De wens van
Vreeke, het documenteren
van deze traditionele ma
nier van visserij, is met dit
boek in vervulling gegaan.
Of er echter in de toe
komst veel mensen aan
de slag zullen gaan en
zelf hun netten gaan brei
en, is nog maar de vraag hoewel het vol
gens Vreeke een "rustgevende bezigheid"
is.
Roel Gabriëlse
latje dat een halve maaslengte bepaalt).
Het grootste deel van het boek is een be
schrijving van het maken van een zeefuik,
een garnalenkor (treknet voor garnalen),
een sleepnet en een warnet (staand want)
Stap voor stap legt Vreeke uit hoe een net
opgebouwd wordt. Er staan veel foto's en
tekeningen ter verduidelijking in het boek.
Wim Vreeke nan het werk. De fuiken worden
bij de paalhoofden gezet omdat daar door de
stroming en het voedselaanbod de meeste vis
zit. (uit het genoemde boek, p. 28, foto Martin
Maas)
Met deze handleiding moet het voor een
beetje handig persoon te doen zijn om een
eigen 'fuke' te breien. Tussen de 'droge'
kost door staan veel anekdotes, niet altijd
visserslatijn trouwens. Vreeke schrijft over
Wim Vreeke, De Zeeuwse Strandvisse-
rij. Netten breien op de traditionele Zeeuw
se manier. Uitgave Den Boer De Ruiter,
2009, 144 pagina's, ISBN 978-90-79875-
10-8, prijs 9,90.