de fakkel neer te schieten, was dat een weinig geruststellend schouwspel. In Mid delburg loeiden dan de sirenes: luchtalarm! Behalve de mensen van de hulpdiensten, de politie en de brandweer mocht zich nie mand meer op straat bevinden. Voor ons waren dat dus onzekere en angstige momenten. door twee mannen met helmen op, een politieagent en een man van de luchtbe scherming. Ze gaven ons er behoorlijk van langs. We kregen geen bekeuring maar wel een donderpreek en hoewel het inmid dels stil was geworden, mochten we de vest niet meer op. Wat doe je dan als schaatsgekken? Lopen naar de Koude- Met enkele schaatsfanaten waren we op een avond bij het licht van de opkomende maan heerlijk op het ijs aan het stunten toen we opeens het geronk van een vlieg tuig hoorden. De zoeklichten floepten aan en toen een parachutefakkel de omtrek in het licht zette, begon het kanongebulder en jankten meteen de sirenes in de stad voor luchtalarm. Het was natuurlijk idioot maar wij drieën bleven gewoon door schaatsen en pas toen we rondom ons kleine witte stoomwolkjes zagen, veroor zaakt door roodgloeiende granaatscherven die op het ijs vielen, zochten we dekking onder een brug. Maar we waren gezien Winterbeeld in 1939 op de vest van de Seissin- gel. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, prentbriefkaarten P-02370) kerkseweg, waar achter een landhuis een mooie vijver was waarop we gewoon nog een uurtje ongestoord doorschaatsten! L. Cornelisse

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 43