kon er overal worden geschaatst, maar 's avonds was dat anders. De hele stad was verduisterd en op de vest was er dus geen licht van de straatlantaarns. Mijn maats en ik moesten overdag werken en onze schaatsverslaving konden we dus alleen maar 's avonds uitleven. Dat deden we met soms alleen maar een beetje licht van de maan. Dat waren angstige en op windende avonden waarop we direct met de oorlog werden geconfronteerd. Het gebeurde regelmatig dat er een Engels vliegtuig boven Walcheren rondjes maakte en dan een parachutefakkel dropte die het grootste gedeelte van Walcheren in het licht zette. Wanneer de Duitsers dan met zoeklichten op zoek gingen naar dat vlieg tuig en met hun zware luchtdoelkanonnen probeerden dat toestel en de fel branden- het is eens gebeurd dat we er op een zaterdagnacht pas om twee uur mee op hielden. We waren echt verslaafd aan het schaatsen en we konden er dan ook wat van. In de eerste oorlogswinter was er ook een periode met strenge vorst en kon er weer volop op de vest worden geschaatst. De bezetters legden ons toen nog niets in de weg en er waren zelfs Duitse soldaten die ook op de vest kwamen schaatsen. Voor hen was dat geen pleziertje, want ze wer den op allerlei manieren, vooral door de jeugd, gepest en gedwarsboomd. Overdag Vooroorlogs schaatsplezier op de vest van de Noordsingel. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, prentbrief kaarten P-02379)

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 42