rigens niet alleen bezig met de examine
ring van geneeskundekandidaten, ze con
troleerde ook het werk van in de provincie
werkzame geneeskundigen.
Een bevalling
Het inroepen van verloskundige hulp be
gon bij de vroedvrouw. Als zich complica
ties bij de geboorte voordeden, moest de
hulp van de heelmeester worden ingeroe
pen.
Dat deze heelmeesters niet altijd voor hun
taak berekend waren, bewijst het tragische
gebeuren in Arnemuiden in december
1818.
Vroedvrouw aldaar was Maria Vermeulen,
terwijl de uit Colijnsplaat afkomstige
Johannes Cornelis Lurkus sinds 1818
stadsheelmeester was.
Maria Vermeulen kreeg op 2 december
van Bastiaan Cornelissen te horen dat
haar hulp vereist was om zijn vrouw "in de
kraamarbeid bij te staan".
"Daar gekomen", verklaarde Maria, en we
geven hieronder haar verslag zo veel
mogelijk letterlijk weer, "en de vrouw
onderzocht hebbende, bevond ik het kinds-
hoofd boven den ingang van het bekken:
de moedermond ter grootte van een dub-
beltjen geopend, en kleine weeën welke
nog minder werden. Het een en ander
deed mij besluiten de vrouw te bed te
doen en de rust aanbevelende vertrok ik
om twaalf uren in den nacht. Den volgen
den dag werd ik in den namiddag circa
vier uren weer bij de vrouw verzocht. Nu
vond ik de moedermond ter grootte van
een dertientje geopend. Het hoofd des
kinds op den ingang van het bekken, de
vrouw lag te bed: ik liet haar op de linker
zijde leggen. Langzaam ontsloot zich de
baarmoeder en het hoofd zakte in het bek-
Illustraties uit 'Eenige handgrepen voor vroed
vrouwen'in: 'Spiegel der vroedvrouwen' door
Justina Dittrichs genaamd Siegemund en Cor
nelis van Solingen, Amsterdam 1691. (Univer
siteitsbibliotheek Amsterdam)