Eens een dief... De obligatie van de Deense koning In 1603 werd in Middelburg Johannes van Borsselen geboren. Hoewel zijn naam doet vermoeden dat hij een telg was uit het adellijk geslacht dat in Zeeland verschillen de dorpen had gesticht, was dat niet het geval. En nobel was hij evenmin, zoals uit het onderstaande verhaal zal blijken. Zijn vader was organist en beiaardier in Middelburg en ook Johannes bleek muzi kale talenten te hebben. Al op vrij jonge leeftijd begon hij zich hierin te bekwamen. Behalve orgel leerde hij ook andere instru menten te bespelen, waaronder klavecim bel. Toen hij die kunst voldoende onder de knie had, bood hij zich aan als speelman op bruiloften en partijen en verdiende zo de kost. Op momenten dat hij weinig te doen had, begon hij daarnaast de schilder kunst te beoefenen. Op 25-jarige leeftijd trouwde hij met een dochter van Joris den Cammer, die eveneens in Middelburg geboren was. Hiermee zou het verhaal ten einde zijn geweest, ware het niet dat Johannes het slechte pad opging waardoor zijn levens loop een heel andere wending zou krijgen. Vier zilveren bekers In 1630 werd Johannes van Borsselen gevraagd te spelen op het huwelijksfeest van de Middelburgse koopman Abraham Droochbroot (ook geschreven als Droog- broot). Abraham was een telg uit een aan zienlijk koopmansgeslacht dat zich ver moedelijk rond 1585 net als vele andere vanuit de Zuidelijke Nederlanden in Mid delburg had gevestigd. Bij graafwerkzaam heden in 1941 op de Markt werd nog een grafzerk blootgelegd van een drietal leden van deze tak, waaronder mogelijk zijn ouders of grootouders, met daarop de tekst: "Hier leyt begraven deersame Jan Droogbroot, coopman van Nievkerck, sterf 5 Mey a° 1613 ende Katarina Faes, zijn huysvrouw, van Antwerpen, sterf 1 Novem ber 1616, ende Jan Droogbroot de jonge, sterf den 28 Juni anno 1663." Uit welke kerk de steen afkomstig was, is nu niet meer te achterhalen, maar gezien de datum kan dat onmogelijk de Westmon- sterkerk zijn geweest die hier heeft ge staan. Wel vertelt de zerk iets meer over de afkomst van het geslacht. En uit het feit dat de begrafenis in een kerk heeft plaats gevonden, weten we dat het rijke stinkerds waren die zich best een aardig feestje kon den veroorloven. Tijdens het feest, dat enkele dagen duurde en waar bier en wijn rijkelijk vloeiden, zag Johannes kans uit een kast vier zilveren bekers weg te nemen. Hiermee ging hij enige dagen later naar de lommerd, waar hij ze verpandde. Toen het feest ten einde was vroeg Abraham Droochbroot, die de bekers nog niet had gemist, of Johannes ook wilde spelen op de bruiloft van zijn nicht die veertien dagen later in Dordrecht zou worden gevierd. Johannes nam de uit nodiging aan en twee weken later speelde hij in deze plaats. Tijdens dit feest kwam er een brief uit Middelburg waarin stond dat er vier zilveren bekers waren vermist en dat Johannes ze in de bank van lening had gebracht. De sluwe Johannes, die op het matje werd geroepen, was niet voor één gat te vangen. Hij legde Abraham uit dat hij dat gedaan had omdat hij platzak was en anders geen eten voor zijn gezin had kunnen kopen. Hij beloofde de bekers terug te zullen brengen en vroeg Abraham

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 32