om de affaire geheim te houden. Na twee of drie dagen in Dordrecht te heb ben gespeeld, keerde Johannes echter niet naar Middelburg terug, maar reisde door naar Rotterdam. Daar verbleef hij enige dagen in de herberg Het Schilt van Vranckrijck, waar ook zijn vrouw bij hem kwam. Samen scheepten ze zich in voor een reis naar Denemarken. Aan het hof van de Deense koning De eerste haven die Johannes en zijn vrouw in Denemarken aandeden, was Selsinque, gelegen aan de Sont. Vandaar voeren ze naar de hoofdstad Kopenhagen. In die stad wilde hij organist van de Sint- Nicolaaskerk worden, maar ze hadden hem niet nodig. Om toch de kost te kunnen verdienen, begon Johannes met het geven van klavecimbellessen en speelde hij net als voorheen op bruiloften en partijen. Dit deed hij zo verdienstelijk dat hij gevraagd werd te komen op het lusthof van de koning dat even buiten Kopenhagen lag. Tijdens zijn spel raakte de vorst zo ont roerd, dat hij hem een baan aan het hof aanbood tegen een beloning van driehon derd rijksdaalders per jaar. Johannes accepteerde het aanbod en werd opgeno men in de hofhouding. Maar de waardering van de vorst wekte jaloezie bij de Denen, die hem begonnen weg te pesten. Zonder zijn gage te hebben gekregen, verliet Johannes na enige tijd het paleis. Opnieuw ging hij muzieklessen aan kinderen van rijkelui uit de stad geven en in tijden dat hij weinig te doen had, schilderde hij weer. Maar het zat hem niet mee in dat vreemde land. Verschillende edellieden wier kinderen hij lesgaf, betaal den hem niet. Hierdoor zag hij zich ge noodzaakt Kopenhagen weer te verlaten. Maar voor het zover was, ontmoette hij kort voor zijn vertrek de Amsterdamse koopman Pieter Bort, die voor de Deense koning op Frankrijk om wijn wilde varen. Dat kon alleen met een Deens paspoort dat de koning hem moest geven. Omdat hij de weg in Kopenhagen niet wist, vroeg hij Johannes het voor hem op te halen. Toen Nieuwe J^erk met Lan§e Nieuwe Kerk met Lange Jan, Middelburg. (Coll. J.D. Midavaine) Johannes ermee in de haven kwam, bleek Pieter intussen naar Selfinguere te zijn vertrokken, waar zijn schip in de vloot lag. Om het document toch te kunnen overhan digen, reisde Johannes ook daarheen. Maar toen hij er aankwam, bleek de vloot

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2007 | | pagina 33