werk deed. Zo verlieten we onze goede
stad Groningen, om voor twee maanden
naar het zuiden te gaan.
We reden over Den Haag, want Ted moest
daar voor een paspoort zijn. We pikten,
naast de nodige lifters, ook nog een paar
Middelburgse dames op, zodat we doorlo
pend op elkaar gepropt zaten.
In het eerste gedeelte van Walcheren, tot
Nieuwland, was alles normaal. Daarna -
het werd bovendien al een beetje scheme-
ig - kregen we een heel trieste voorstel-
ng van ons toekomstig woonoord. We
zagen een grote grauwe vlakte, waaruit
dode kale bomen hun naakte takken lugu-
oer omhoogstaken. Na een rit met vele
haarpennen' door Middelburg belandden
ve eindelijk op de Seissingel voor het huis
Te Griffioen. Dat oord bood een verschrik
kelijke aanblik: een groot, ouderwets huis,
grauw-wit en omgeven door hoge, dode
bomen, terwijl een ontwortelde boom
dwars voor het huis op de grond lag. De
eidster verwelkomde ons en wij sjouwden
onze spulletjes naar binnen, de grote hal
n; bijna niemand durfde verder. Slechts
én kaarsje wierp grillige schaduwen in de
grote ruimte. Daarna verkenden we met
kaarsjes de huiskamer, waarin gelukkig
wee tafels met tien stoelen stonden. We
konden er zitten, maar dat was dan ook
alles.
We waren moe, hongerig en bovendien
eleurgesteld, want wat we ons ook had
den voorgesteld van Middelburg, dat zeker
niet!
Even later kwam mevrouw De Jong met
haar dochter Mab ons welkom heten en
regen we een heel diner met aardappels,
andijvie, een stuk worst en lekkere jus. Dat
was heerlijk en we kregen weer een beetje
moed. Daarna sliepen we slecht, want we
rolden steeds van onze nieuwe bultige
strozakken af, omdat de kribben nog niet
in orde waren.
Vrijdag 24 mei
We werden vroeg wakker. We hoefden die
eerste dag nog niet te werken en dus ver
kenden we het huis. Het bleek een kolos-
Li VV
Brief van de Unie van Vrouwelijke Vrijwilli
gers, afdeling Groningen, aan Meike Baas om
mee te werken aan het schoonmaken van door
de inundatie van Walcheren onbewoonbaar
geworden huizen.
saai huis te zijn met boven zo'n veertien
en beneden wel twaalf kamers. De gangen
waren reusachtige groot en er was ook
nog een enorme zolder over het hele huis.
Onze slaapkamers waren vrij netjes, maar
de huiskamer was vreselijk. Het pand was
verschrikkelijk uitgewoond. Voor de oorlog