Nieuwe uitgaven
'k heleze
4. Volgens liet 'Zeeuws Woordenboek' (p. 899)
waren dit stokjes van koolzaadstro, ongeveer 15
cm lang en 7 cm dik (zou het geen 7 mm moe
ten zijn?). Beide einden waren in de zwavel ge
doopt. De stokjes lieten zicli gemakkelijk splij
ten, zodat één zwavelstok een aantal keren ge
bruikt kon worden. Tot omstreeks 1900 werden
ze op het platteland van Zeeland gebruikt. Op
Walcheren werd vooral door Westkappelse
vrouwen met zwavelstokken langs de deur
gevent. Op deze manier probeerden ze een
karig loon te verdienen en de armoede de baas
te blijven. De dialectnaam voor deze stokjes is
sulfer of solfer, afgeleid van het Latijnse sulfur.
Geraadpleegde bronnen
- W. Gabriëlse, "t Oude Westkappelse leefpa
troon', 1986.
- J. Vader, Varende luiden (III), in 'Neerlands
Volksleven', 1966.
- 'Woordenboek der Zeeuwse Dialecten'.
- 'Middelburgsche Courant', 8 juli 1865, 3, 12
en 24 december 1865, 6 januari 1866, 18 en 25
februari 1866, 1 en 18 maart 1866, 8 april
1866, 3 juni 1866, 10februari 1867 en 2
november 1886.
Spanjaardstraat
Wat hebben de torenwachter van de
Lange Jan, de muzikant Koperen Ko en de
voormalige commissaris der koningin De
Casembroot met elkaar gemeen? Alle drie
hebben ze in de Spanjaardstraat te Mid
delburg gewoond. Het is een smalle straat,
die begint aan de kant van Balans en Sint
Pieterstraat en die doorloopt tot de krui
sing met Molstraat en Koepoortstraat,
waarna zij overgaat in de Singelstraat.
Na de grondige restauratie in de periode
1966-1975 is de straat veranderd in een
monumentaal stukje Middelburg met
prachtig gerestaureerde huizen, met voor
Middelburg kenmerkende bovenlichten
(ramen boven de voordeur).
De geschiedenis van de straat gaat terug
tot 1375. In de zeventiende en achttiende
eeuw werden er woonhuizen van eenvou
dige architectuur gebouwd, terwijl aan het
oosteinde van de straat statiger panden
verrezen. De herkomst van de naam van
de straat is onderhevig aan veronderstel
lingen. Mogelijk is de naam afgeleid van
Spaanse bewoners (handelaars?).
In 2004 verenigden enige bewoners van
de Spanjaardstraat zich in een werkgroep
die zich ten doel stelde te onderzoeken
wie er vroeger in hun straat woonden, hoe
de huizen waren, wat voor werk de bewo
ners deden om aan de kost te komen en
welke openbare functies sommigen be
kleedden. Een van deze werkgroepleden,
Tine Visser, onderzocht het wel en wee
van vele vroegere bewoners. Het resultaat
van dit onderzoek heeft ze gebundeld in
een boek dat zij in eigen beheer heeft uit
gegeven. Per adres worden een of meer
dere bewoners belicht. Het zijn voorname
lijk de bewoners uit de negentiende en
twintigste eeuw over wie de auteur wat kan
vertellen. Het viel haar op dat de bewoners
van de Spanjaardstraat een zeer grote ver-