door het enkel feit dat deze er stilhoudt, eveneens uit het neutrale beeld der stads- massa naar voren treden." Tack schrijft over zijn onderzoek: "Het was een moeizaam en langdurig werk, die 22 zware folianten van ca. 300 folio's elk, aan dachtig te lezen en te herlezen, van het oudste exemplaar van elke watering af tot De voorzitter van de Veldnamencommissie, Wim van der Heijden, overhandigt liet eerste exemplaar van het boek 'De Veldnamen van Arnemuiden/Kleverskerke, Grijpskerkr, Mid delburg, Oost- en West-Souburg en Sint Lau rens' aan de burgemeester van Middelburg. De burgemeesters van Vlissingen en Veere kijken toe. (Foto Leo Hollestelle) het jongste en onder het lezen de veldna men telkens op te schrijven met bijvoeging van folio, blok, ambacht en aanvullende, soms ophelderende bijzonderheden. Het heeft jaren geduurd, eer wij dat werk onder de knie hadden en het heeft ons nooit verveeld." Tack verzamelde in totaal 1.687 veldna men. De verdeling over de vier wateringen van Walcheren is: Vijf Ambachten (Noord watering) 173, Westwatering 316, Zuidwa tering 377 en Oostwatering 821 De verklaring die Tack gaf aan het hoge aantal veldnamen in de Oostwatering was dat volgens hem in dit gebied de meest intensieve bebouwing was omdat daar een brede van west naar oost lopende kreek rug ligt, gevormd door de verlanding van een vroegere stroomgeul. Een nog oudere bron waarin veldnamen worden vermeld, is een fragment van de goederenlijst van de Abdij van Echternach (in het huidige Luxemburg). Deze lijst is opgesteld onder het bestuur van abt Got- fried II (1181-1210) en noemt namen van pachters van land op Walcheren. Deze lan derijen waren in bezit van de abdij. De per celen land worden aangeduid met namen, waarvan een aantal in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn gebruikt voor de naamgeving van straten in de Middelburg se woonwijk Dauwendaele, zoals Duun- mede, Oostmede, Westmede, Ewisland en Papisland.Tack heeft over de veldnamen uit de lijst van Echternach gepubliceerd in het Archief van het Zeeuws Genootschap (1939). Verklaring van de namen Behalve het verzamelen van de namen uit de mondelinge overlevering en uit de over lopers hield de veldnamencommissie zich ook bezig met het rubriceren en verklaren van de namen. Hiervoor paste de commis sie de indeling toe die de naamkundige M. Schönfeld heeft gebruikt in zijn boek Veld namen in Nederland, waarvan de eerste druk in 1949 verscheen. Schönfelds werk werd indertijd, zowel nationaal als interna tionaal, als opvallend gezien. Nederland kende namelijk wel een lange maar geen omvangrijke naamkundige traditie. Het aantal beoefenaren van de toponymie was steeds vrij gering geweest en er beston-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 28