De school van Gouka School F aan de Lange Delft te Middelburg hij was immers rietdekker. Pattenier komt van Passenier (vergelijk Duits Wasser en Nederlands water) en dat weer van pessemier, een verbastering van persemier. Dat is een wolkammer, een van de besognes in de Vlaamse lakennijverheid. Poissonnier, uitgesproken als Poezenier, is heel wat anders, namelijk visboer. Eigenschappen Ten slotte wijs ik op namen die getuigen van de buiten- of binnenkant van de naam- dragers, met recht kenmerkende namen. Een naam als De Korte zou op het uiterlijk betrekking kunnen hebben. Namen als Goedbloed, Goedhart en Goedegebuure duiden op begerenswaardige menselijke eigenschappen. Hierbij wordt opgemerkt dat in Vlaanderen Quaghebeur net zo goed voorkomt. Hierboven is een gedeelte van de Walcher- se voor- en achternamen ter sprake geko men en zo goed mogelijk verklaard. Dat er betrekkelijk weinig bewijzen geleverd kun nen worden, komt doordat veel namen veel ouder zijn dan wel gedacht wordt. In Meneer Gouka en zijn school zijn bijna vergeten. Gouka is gestorven en de school is verdwenen. Maar het lijkt mij toch niet onaardig om aandacht te vragen voor die welvarende gebieden, als bijvoorbeeld Vlaanderen en onze streken - die vanuit het zuiden cultureel en economisch wer den beïnvloed -, ontstond al in de dertien de eeuw behoefte aan een nauwkeuriger naamgeving. Ondanks het feit dat genealogisch onder zoek voor 1600 bij ons vaak op moeilijkhe den stuit, kunt u gerust zijn: de Zeeuwse liefhebbers zetten hun onderzoek met steun van uw belangstelling gestaag voort. C.M. Bierens Noten 1. Doreen Gerritzen, Voornomen in Zeeland, in: 'Zeeland 7/B' (september 1998). 2. Prof. dr. Magda Devos, Het landschap in eigennamen, in: 'Het dialectenboek' 6 (2001). 3. Mededeling K.P. de Bree te Grijpskerke. 4. Mededeling K.P. de Bree te Grijpskerke. 5. C.M. Bierens, Namen op Schomoen-Duive- land, in: 'Kroniek van het Land van de Zee meermin', 24e jrg., 1999. 6. Mededeling J.H. Midavaine te Veere. 7. Mededeling J. Adriaanse te Goes. oude school (die in het midden van de negentiende eeuw met de letter F aange duid werd) en voor 'boven'-meester Gouka (die dankzij zijn functie altijd "meneer"

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 21