Walcheren kent sinds de zestiende eeuw
ook oudtestamentische namen. Het gaat
niet alleen om Rachel en Sara, maar ook
om minder gehoorde namen als Debora
(Gen. 35:8, Richt. 4:4), Abigail (I Sam.
25:3) of Gideon (Richt. 6:11 e.v.). Zulke
namen zijn niet uniek, maar wel typisch
Walchers.
Achternamen
Prof. dr. Magda Devos onderscheidt in Het
landschap in eigennamen2 een viertal
motiefcategorieën:
1Afstamming, bijvoorbeeld Janseen
Huiszoon. Dit zijn de patroniemen.
2. Herkomst, bijvoorbeeld Van Vaardegem,
dat is Waregem.
3. Beroep, bijvoorbeeld De Nooijer, dat wil
zeggen kleermaker.
4. Kenmerk, hetzij uiterlijk, hetzij innerlijk,
bijvoorbeeld Goedegebuure.
Patroniemen
Het is niet moeilijk om ruim twintig namen
te vinden die op -se uitgaan. Dit is een
Zeeuws verschijnsel en komt dus ook op
Walcheren voor:
Abrahamse
Faasse
Geertse
Janse
Joziasse
Lievense
Maljaars
Reijnierse
Willeboordse
Al deze namen worden onder de patronie
men, vadersnamen, gerangschikt. Francke
en Boone (van Bonifatius?) horen hier ook
toe, alsook Witte en Sturm, Germaanse
namen van voor het jaar 1000.
Vervolgens vragen de volgende patronie
men onze aandacht.
Dommisse is weliswaar duidelijk Zeeuws,
maar onduidelijk blijft de herkomst, al wijst
Domus van Dominicus in deze richting (in
Zierikzee is er een Sint-Domusstraat).
De eerste immigranten op Walcheren met
de naam Riemens vestigden zich pas na
1750 op ons eiland.3
De Germaanse naam Geldof heeft in de
loop der eeuwen een L verloren, want oor
spronkelijk was het Geldolf zoals Adolf en
dergelijke.
Izeboud komt van de abt Idesbald, geëerd
door de vissers. Zijn naam is verbonden
aan de kuststreek bij Veurne. Daar ligt ook
de badplaats Sint Idesbald.
Over Kodde heeft menigeen zich het hoofd
gebroken, maar waarschijnlijk is het een
roepnaam van Godefried of Godeschalk.
Het bijbelboek Daniël telt twaalf hoofd
stukken, maar achter in de Statenver
taling vindt u in het 13e kapittel Daniels
'De historie van Susanna'. Dit handelt
over een heel pronte vrouw die Suzan-
na heette. Ze liep op zekere dag door
het park rond haar huis, toen ze het
plan opvatte een bad te nemen in de
vijver. Net had ze haar dienstmaagden
om badgerei uitgestuurd, toen er twee
sluipende mannen op haar afkwamen
die zich in de bosjes verscholen hadden
gehouden. Bij verzet van haar kant
dreigden ze haar aan te zullen klagen
vanwege omgang met een jonge kerel.
Suzanna zette het echter op een
schreeuwen, waarop de gluurders 'm
smeerden, maar ze gaven Suzanna wél
aan. Door bemiddeling van Daniël is
alles goed afgelopen en is Suzanna een
symbool van standvastigheid geworden.
Davidse
Dingemanse
Flipse
Gabriëlse
Gideonse
Huibregtse
Jobse
Joosse
Kasse
Leijnse
Louwerse
Machielse
Matthijsse
Pouwelse
Roe/se
Simonse