de roepstem: BimBamBom, dat wil zeg gen: "Kom! Kom naar de kerk, we hebben iets te bieden." De hondenbei "Ik kom eraan." Ritthem en Welzinge kenden van oudsher vele groentetelers, die bijna alle groenten "Kom, eet en rust". Het fluitje lieeft een ken merkende klank en is van hout gemaakt. Het is meer dan honderd jaar oud en familiebezit. (Coll. A. de Visser) rechtstreeks aan hun klanten verkochten. Omdat er meerdere telers in de regio waren en bijna alle inwoners van het gebied zelf een groentetuin hadden, werd een afzetgebied gezocht en gevonden in de nabijgelegen steden. Het probleem was echter die volumineuze handel bij de klant te krijgen. Vijfenzeventig jaar geleden gebeurde dat veelal per bakfiets of hand kar. Deze vereisten veel hand- en man kracht, die meestal voldoende beschikbaar waren, gezien de vaak grote gezinnen. Ook de paardenkar met zijn karakteristieke geluid was een optie, maar meestal waren paarden te duur. Daarom zocht en vond men een alternatief: de hondenkar. Bij het aan de man brengen van de pro ducten moesten de klanten natuurlijk wel naar de kar geroepen worden. Behalve dat het geratel van de kar de komst van de groenteboer aankondigde, gebeurde dat ook letterlijk. Men riep "ventte" of "volk". In de wintertijd kon men echter door de sneeuw de kar met zijn met ijzer beslagen wielen niet horen aankomen en gebruikten de venters als extra aandachttrekker belle tjes die aan het hondentuig werden gebon den. Door de beweeglijkheid van de hon den werd de komst van de handelaar tijdig en duidelijk aangekondigd. De fluit op de boerderij "Kom, eet en rust." Een geluid uit een geheel andere hoek: de Welzingse hoek. In de agrarische sector werd een fluit zelden gebruikt. Vandaar deze vermelding. In het midden van Wel zinge woonde in de laatste helft van de negentiende eeuw een zogenoemde herenboer op een grote oude boerderij (met als toevoeging aan de naam vaak het woord 'hof'). Naast herenboer was hij vaak ook bestuurder (polderbestuurder, wethou der en soms ook burgemeester). Het eigenlijke boerenwerk liet hij door een meewerkende bedrijfsleider en andere medewerkers doen. Op een groot bedrijf waren soms wel tien mensen op de boe renhof aan het werk, waaronder paarden knechten, melkknechten en meiden. Het was de gewoonte dat men voor de mid dagpauze brood van huis meenam en dat op de boerderij in een speciale ruimte nut tigde. Omdat de kerkklok op een dergelijke afstand niet altijd zicht- of hoorbaar was en

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 24