Oproep aan de lezers
Albert Kort is op dit moment bezig met een
uitgebreid onderzoek naar de geschiede
nis van de Zeeuwse veldwachters. In het
Zeeuws Archief te Middelburg en in de
plaatselijke archieven is weliswaar het
nodige materiaal te vinden, maar wat hier
aan vaak ontbreekt zijn persoonlijke zaken,
zoals foto's, familiealbums, dagboeken en
notities. De heer Kort stelt het op prijs als
lezers van De Wete die in het bezit zijn
van dergelijke zaken, contact met hem wil
len opnemen: Albert Kort, Spanjaardstraat
8, 4472 AR 's-Heer Hendrikskinderen, tel.
0113-212410, e-mail: alkort@zeelandnet.nl.
Noten
1. De schrijver is bezig met een onderzoek naai
de geschiedenis van de veldwacht in Zeeland,
waarbij hij zich in eerste instantie richt op
Zuid- en Noord-Beveland. Voor een eerste
overzicht van de veldwacht op Noord-Beveland
verwijs ik naar: Albert L. Kort, "De veldwach
ter en de handhaving van de openbare orde op
Noord-Beveland", in: 'De Spuije, Tijdschrift
van de Heemkundige Kring De Bevelanden en
de Vereniging Vrienden van het Museum voor
Zuid- en Noord-Beveland' 62 (zomer 2004),
22-29.
2. 'Reglement op de inrigting der veldwach
ters, in de provincie Zeeland', in: Provincieblad
No. 85, 26-6-1829. Dit reglement werd in
1852 (Provinciaal Blad 158, 22-12-1852) en in
1895 (Provinciaal Blad 118, 30-11-1895) aan
gepast.
3. Aan het einde van de negentiende eeuw pro
beerde men van hogerhand paal en perk te stel
len aan de vele nevenfuncties van de veldwach
ter. De commissaris van de koning verzocht de
Zeeuwse gemeentebesturen het salaris van hun
veldwachters te verhogen waardoor deze niet
langer afhankelijk zouden zijn van inkomsten
uit allerlei nevenbetrekkingen (zie: Gemeente
archief Goes, Archief gemeente Wolphaartsdijk,
inv.nr. 300, brief 4-2-1882).
4. Zeeuws Archief (ZA), Archief gemeente
Oostkapelle, ongeïnv., raadsnotulen 15-12-
1846.
5. ZA, Archief gemeente Oostkapelle, ongeïnv.,
raadsnotulen 30-1-1847 en 6-3-1847. Ook in
Oud-Vossemeer zou Van Haren het niet red
den. Al in 1848 moest de burgemeester van
deze Tlioolse gemeente tot zijn teleurstelling
vaststellen dat J. van Haren "een geschikte
veldwachter voor een kleine Gemeente mag
zijn, hij is niet geschikt voor eene uitgestrekte
gemeente als deze; van Haren is te zeer op zijn
gemak gesteld om groote toeren vooral bij nacht
te doen, waarin ook de reden moet gezocht wor
den dat het een en andermaal is gebleken, dat
wanneer de Burgemeester hem een bepaalde
route tot surveillance aanwees, daaraan door
van Haren niet geheel iverd voldaan, maar door
hem zoodanige route werd genomen als hij het
gemakkelijkst vond. Ook de orders hem gege
ven, om policie maatregelen in het dorp te
handhaven, komt hij in het geheel niet, of soms
zeer willekeurig na." In 1851 werd Van Haren
in Oud-Vossemeer ontslagen (zie: Albert L.
Kort, 'Thoolse veldwachters'binnenkort te
verschijnen).
6. ZA, Archief gemeente Oostkapelle, ongeïnv.,
raadsnotulen 30-7-1856.
7. ZA, Archief Provinciaal Bestuur 1851-1910,
inv.nr. 2883, brieven 10-1-1891 en 12-1-1891.
8. ZA, Archief Provinciaal Bestuur 1851-1910,
inv.nr. 2883, brief 13-1-1891.
9. ZA, Archief gemeente Oostkapelle, ongeïnv.,
raadsnotulen 25-2-1891. De Steur werd in
1891 opgevolgd door Adriaan A. van den
Broecke. Van den Broecke was nog hetzelfde
jaar vertrokken. In zijn plaats kwam Jan van
Sluijs.