en gebracht moesten worden. Het rijden van en naar de pont vergde grote voer manskunst. Dergelijke wagens hadden namelijk geen remmen en de basaltkeien waren, vooral in combinatie met de ijzeren banden om de wielen, nogal glibberig. Bij het afrijden van de helling naar de pont moest de wagenvoerder niet alleen de paarden in bedwang houden maar was hij ook nog eens genoodzaakt met zijn rug het watervat tegen te houden. Handelaren en ambachtslieden Abeele telde vóór de Tweede Wereldoorlog nogal wat handelaren en ambachtslieden. Vanaf 1919 werkte Piet Davidse er als jftb'ele, 60s!- en West-Souburg De Grote Abeele met links Bellevue, waar in een ver verleden welgestelde Middelburgers hun vertier kwamen zoeken. Op het grote uit hangbord staat: "Speel- en Theetuin Bellevue, j.L.A. van de Ven, Vergunning, Café, Restau rant, Biljard". Op het bovenste bord: "Hier worden uitsluitend eerste kwaliteit Heinekens bieren verkocht". Rechts het kruidenierswinkel- tje van De Grave, later Haeck, waar ook een timmermanswerkplaats bij was en waar de auteur als leerling-timmerman zijn eerste prak tijklessen kreeg. (Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia lllustrata, prentbrief kaarten Zl-P-00020) wagenmaker. Zijn zoon Wim heeft ook nog een tijdje in het bedrijfje gewerkt. Tegen over de wagenmaker bevond zich de sme derij van Piet Boone waar paarden besla gen werden. Boone maakte ook ander ijzerwerk en was tevens kachelsmid. Op 1 juni 1915 vestigde Gerard de Grave zich als "huistimmerman/patroon" op Abeele. Hij bouwde ook nieuwe huizen, onder andere aan de Middelburgsestraat ter hoogte van de Lekstraat. In 1933 nam Anton Haeck het bedrijf over. Haeck was afkomstig uit Bruinisse en stond ingeschre ven als timmerman/aannemer. Na de oor-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2006 | | pagina 12