nog. In de zeventiende eeuw was er een
bakkerij gevestigd, want volgens de trans-
portregisters van de Landsvierschaar Vlis-
singen kocht op 4 juni 1624 ene "Matthijs
Heijndrijcxsen backer tegenwoordich
wonende ten Abeele een geheelen huijse,
backerije en gevolge van dien staende en
leggende ten Abeele". Bij dat huis en die
bakkerij hoorde vast een winkel. Dat er in
die periode ook een kleermaker was, blijkt
uit het feit dat een zekere Pieter van den
Abeele, "cleermaker op den Grooten
Abeele", daar op 23 september 1642 een
stuk land verkocht.
Wat je misschien niet zou verwachten in
zo'n klein plaatsje, is de aanwezigheid van
verscheidene voorname huizen met wellui
dende huisnamen als 't Witte Paert, De
Roode Leeuw, De Rooden Osse, De
Croone, Den Ingel en Oostende "vanoudst
genoemd de Capelle". In het huis Den
Ingel (Engel) woonde een hoge functiona
ris, een kapitein van het leger. Mogelijk
heeft hij het bevel gevoerd over een leger
eenheid die in Middelburg, Vlissingen of in
fort Rammekens gelegerd was.
Abeele bleef dus een niet onbelangrijke
nederzetting, al was er van de voornaam
heid van weleer niet veel meer over.
De twintigste eeuw
We maken een grote sprong en belanden
ergens in het begin van de vorige eeuw op
"Groote Abeele", zoals de naam toen nog
geschreven werd. Aan het plaatsje zelf zal
in de tussentijd betrekkelijk weinig veran
derd zijn, maar het verkeer veranderde er
wel. Op de Oude Vlissingseweg, en dus in
Abeele, werd het minder druk door een
nieuwe weg, de Nieuwe Vlissingseweg. Die
weg werd tijdens het graven van het
Kanaal door Walcheren (omstreeks 1870)
ten westen van het kanaal aangelegd,
waardoor er een kortere verbinding tussen
de steden Middelburg en Vlissingen kwam.
De oude weg diende daarna nog voor
lokaal verkeer vanuit Oost-Souburg en
Ritthem.
Door de aanleg van het kanaal werd het
grondgebied van Abeele doorsneden en zo
ontstond Nieuwe Abeele aan de 'overkant'.
Aangezien er tussen de Grote Abeele en
Middelburg ook nog een Kleine Abeele lag,
waren er nu dus drie Abeele's, vrij dicht bij
elkaar. Ook het Abeelsewegje, de enige
goede verbinding tussen Oost-Souburg en
Koudekerke, werd door het nieuwe kanaal
onderbroken. Om een goede verbinding te
behouden werd bij Nieuwe Abeele een
pontveer in de vaart genomen. Het stuk
weg naar Grote Abeele kreeg in de volks
mond de toepasselijke naam "het Ponte's
wegje". In het begin konden er ook wagens
met de pont overgezet worden. Dat is nu
nog goed te zien aan de oever van het
kanaal, die daar een flauwe helling heeft.
De Abeelse jeugd kreeg daar later, toen
het veer was opgedoekt, een prachtige
plek om pootje te baden en, net als ikzelf,
te leren zwemmen.
In 1925 werd het wagenveer opgeheven
en stationeerde Rijkswaterstaat er een
grote roeiboot waarmee alleen voetgan
gers, en zo nu en dan een enkele fiets,
overgezet konden worden.
De aanleg van het kanaal had ook tot
gevolg dat verscheidene hofsteden door
sneden werden. Zo kwam het weiland van
Hendrik (Eine) Vos, die aan het Abeelse
wegje bij Grote Abeele de hofstede Poel-
wijck had, aan de 'overkant' te liggen. Dit
was bepaald niet ideaal omdat er via het
pontje met zo'n Walcherse boerenwagen
bijvoorbeeld vaten met water naar de koei-