Léon Henri Pasteels?" "Ja, dat ben ik."
"Mag ik even uw persoonsbewijs zien?"
Vader liet het zien, de politieman stak het
in zijn zak en deelde hem mee dat hij de
volgende maandagmorgen op een bepaal
de tijd op het terrein van Van Gend Loos
aan de Fuutlaan aanwezig moest zijn,
voorzien van een schop. Per trein zou hij
mensen uit de handel, café- en restaurant
houders, bankemployés, winkeliers enzo
voorts. NSB-burgemeester Pulles en zijn
trawanten vonden kennelijk dat dit soort
mensen een lesje moest krijgen.
Het hele gezelschap werd in een trein rich
ting Middelburg gedirigeerd. In Breda werd
op het station omgeroepen dat de heer
op transport gaan naar Walcheren om
arbeid te verrichten voor de Wehrmacht.
Protesteren had natuurlijk geen zin.
"Is uw zoon Ferdinand Pasteels thuis?"
"Nee, die is er niet." (Ik was gaan tennis
sen.) "Tja, zoons zijn nooit thuis..."
Op hetzelfde ogenblik kwam ik aangefietst.
Ik was dus ook meteen mijn persoonsbe
wijs kwijt en kreeg dezelfde boodschap als
mijn vader. Hij was toen 58 en ik 24 jaar.
Met een koffer kleren en wat mondvoor
raad, maar zónder schop, stonden we op
die bewuste maandagmorgen met een
paar honderd mannen aan de Fuutlaan:
De Eindhovense dwangarbeiders verbleven in
kasteel Westhove, dat tijdens de oorlog door de
Duitsers was gevorderd. (Zeeuws Archief,
Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrate,
prentbriefkaarten ZI-P-00662)
Biemans terugmoest naar Eindhoven. Hij
was eigenaar van restaurant Schimmel-
penninck aan het Stationsplein en zijn
overbuurman was de Duitse Ortskomman-
dant. Aangezien deze Duitser van lekker
eten hield en regelmatig in Schimmelpen-
ninck aanschoof, kon de restauranthouder
de dans ontspringen.