deur van Engeland bij het Spaanse Hof in 1517 met de Spaanse koning enige tijd in Zeeland had opgehouden en aldaar "in sware coortse was vervalle". Uit de zeventiende eeuw zijn drie malaria epidemieën bekend, respectievelijk van 1657 tot 1669, van 1677 tot 1685 en een relatief korte in 1690. We weten ook dat in Franse bezetting in de jaren daarna was het niet veel beter, de militaire hospitalen in Middelburg en later in Veere lagen bom vol met koortslijders. Bij veel van de over leden soldaten werd als doodsoorzaak genoteerd: "fièvre adynamique" of "fièvre hectique". Alleen al in de periode van 1 juli 1813 tot 15 mei 1814 staan op de doden- GEMEENTE MIDDELBURG MALARI AGE VALLEN IN I943 De malaria-gevallen in Middelburg in 1943. Kaartje opgenomen in het proefschrift van H. Doeleman. 1647 maar liefst 86 procent van de vier in Zuid-Beveland en op Walcheren gelegerde bataljons van het Engelse leger geveld werd door de Zeeuwse koortsen. Het lot van de Engelse soldaten die in 1809 op Walcheren landden, er massaal ziek werden en al na een halfjaar moesten capituleren, is genoegzaam bekend. Bij de lijst van het hospitaal in de Grote Kerk in Veere zo'n zevenhonderd soldaten ver meld die aan de Zeeuwse koortsen waren bezweken. Uit angst voor besmetting wer den ze in de Kattepolder begraven. In de negentiende eeuw kwamen er onder de bevolking epidemieën voor in de jaren 1826/'27 en 1858/'59. In de twintigste eeuw waren er veel ziekmeldingen in het jaar 1900, van 1919 tot 1922 en in de oor logsperiode 1940-'45 waarbij de epidemie beperkt bleef tot Middelburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 6