Verscheidene buitenplaatsen werden hier na door mevrouw Vogel afzonderlijk behandeld aan de hand van fraaie dia's. Popkensburg Het slot Popkensburg, met de heerlijkheid, kwam in de veertiende eeuw in het bezit van de familie Van Borsseie van Brigdam- me en daarna erfde Maximiliaan van Bourgondië het. De laatste overleed echter berooid en daarom kon de Spaansgezinde Philibert van Serooskerke het slot bij een publieke verkoping in zijn bezit krijgen. Door zijn pro-Spaanse houding volgde er een Spaanse bezetting van het gebouw en zo bleef het kasteel tijdens het beleg van Middelburg door de geuzen, in de jaren 1572-1574, gespaard. Dit in tegenstelling tot kasteel West-Souburg. Na de families Boudaen Courten en Van Citters woonde Jacob Verheye van Citters van 1800 tot 1823 permanent op Popkensburg. Willem de Jonge van Ellemeet huurde in 1839 voor twee jaar het pand in afwachting van de voltooiing van het nieuw te bouwen Overduin. Uiteindelijk werd Popkensburg in 1863 gesloopt. In de Cronyk van Smallegange wordt zeer lovend en gedetailleerd over dit prachtige buiten geschreven. Gargon schreef in 1715 in de Walcherse Arkadia: "Zoete verwon dering beving hen, als zij door een binnen deur tegenover de stallinge, in eene schoone galderij traden hebbende weder zijds een aardig speelhuis dat over 't water hong, en 't gezicht op lachende bloemper ken, verre uitgestrekte velden en groene boomenweiden." Gelukkig zijn er veel afbeeldingen van Popkensburg bewaard gebleven. Ook enkele voorwerpen uit het kasteel zijn nog aanwezig. Overduin De buitenplaats Overduin werd in 1705 omschreven als "eene schoone en welge legen hofstede bestaande uit heerenhuis, koetshuis, boerenwoning en verdere toe behoren". Het huis werd door diverse eige naren regelmatig verfraaid en uitgebreid, maar het werd aan het einde van de acht tiende eeuw voor een groot deel gesloopt. In 1839 kocht Willem de Jonge van Elle meet de overgebleven hofstede. Hij bouw de er een nieuw huis in neoclassicistische stijl en legde er een fraaie landschapstuin omheen aan. Hij ontving hier vele gasten, onder wie koning Willem III in 1862, en Nagt- glas, publicist over Zeeland. Bij de inunda tie van Walcheren in 1944 ging de gehele beplanting verloren, maar de tuin werd opnieuw ingeplant naar origineel ontwerp. De buitenplaatsen rond de Segeersweg Veel buitenplaatsen werden aan doorgaan de wegen dicht bij de stad aangelegd, zoals langs de Segeersweg bij Middelburg en langs de (oude) weg naar Vlissingen. Men deed dat om goed bereikbaar te zijn, maar ook 'om gezien te worden'. Zo ontstonden de buitens Poelendaele, Veldzigt, Even Buiten, Nooit Gedacht, Rozenburg, Landzicht, De Dolphijn, Land- lust en Arnestein. Door de aanleg van de spoorlijn en het Kanaal door Walcheren (1868-1872) en ook door de bouw van nieuwe woonwijken na 1960, verdween het merendeel van deze buitenplaatsen. En als ze niet ver dwenen, dan raakten ze in ieder geval hun fraaie tuinen kwijt. Slechts een enkel achttiende-eeuws huis is blijven staan, zoals Toorenvliedt en Duin beek. Alle achttiende-eeuwse tuinen zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 49