1\ vaderlijke plicht aan hen bewezen. De medische zorg werd niet verwaarloosd. Volgens de chirurg Jan Blok had hij in 1760 in het tuchthuys behandeld: "Anna de Bruyne met Rumatismi of jigtpyn", en "Janna Pater met de Februs of Coorsen. Cataryna Schout en Ragel Leynsen met de morbus Collera ofte geelziekte. Catary- toen tevens een verbouwing plaats. In 1852 werden nieuwe bouwkundige ingrepen gepleegd. De meest ingrijpende verbouwingen von den echter plaats in de jaren 1873/74. Onder toezicht van de "Ingenieur-Architect der Gevangenissen en Gregtsgebouwen", J.F. Metzelaar, werd het centrale gedeelte na Tuyneman met 't hysteryca pasione of opstyginge." In 1747 werd gerapporteerd dat "het stads- tugthuys van een werk- en kalkschuure eenigsints synde geapproprieerd tot een gevangenis, dat gebouw als daartoe niet speciaal aangelegt, ook niet behoorlijk ge- fondeerd, de muuren geensints dik genoeg en van andere nodige voorzorg ontblood." Verbouwing Na de Franse tijd kwam het complex bij het rijk in gebruik als "Huis van Justitie en Detentie". Vanaf 1825 was het "Huis van Burgerlijk en Militaire Verzekering". Er vond De achterzijde van het Huis van bewaring, ca. 1965. van het gebouw gesloopt en werden de oost- en westvleugels volledig gereorgani seerd. Het gebouw kreeg een nieuwe gevelindeling en -bekleding.4 Jhr. mr. D.G. van Teijlingen had nogal wat kritiek op het vernieuwde gebouw. "Zoo echter een tuchteling uit de vorige eeuw zijn oogen eens opsloeg in de luchtige lokalen en de heldere cellen van thans, ik geloof dat hij zich onmogelijk zou kunnen voorstellen in een gevangenis te zijn; alleen de vrijheid zou hij ook thans missen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 21