stond er behoefte aan een tuchthuis. In de notulen van de gemeenteraad van Middelburg van 5 januari 1623 was sprake van de Bakkerstoren als vestigingsplaats van een rasphuis. Die toren maakte deel uit van de oude ringmuur rond Middelburg. Bij de uitbreiding van de stad aan het eind van de zestiende eeuw was deze stads muur gesloopt, maar de Bakkerstoren was blijven staan. Hij werd pas in 1874 gesloopt bij de bouw van het Huis van bewaring.2 Tuchthuis In 1628 werd een zekere Joos Linthout naar Holland gezonden om de tuchthuizen aldaar te bezichtigen en "naar de inrigting daarvan te vernemen." De raad had, mede in verband met het feit dat "zoveel bede laars van buyten inkwamen die ten laste bleven van de armen", besloten een tucht huis te bouwen naar Hollands model. De raming van de kosten viel echter tegen. Een onbekende bood aan de stad 200 ponden Vlaams "tegen den penning 16"- een allesbehalve lage rente - te lenen en later te schenken. Dit onder de voorwaarde dat dat bedrag (1 pond was ongeveer 2,72 euro) niet mocht worden besteed voordat er een tuchthuis was, en tot die tijd moest er rente worden betaald. Als het tuchthuis klaar was, zou de lening worden omgezet in een schenking. Door dit gunstig lijkende aanbod werd op 1 juni 1641 nogmaals tot de bouw van een Gezicht op het tucht- en spinhuis (links) en Spinhuisbrug en Stadsschuur (rechts), kopie naar ].F. Schütz, 1875, door J.H. Hollestelle. Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelan- dia Illustrata, deel II, nr. 429) tuchthuis besloten, nu aan de Koepoort. Maar na de raming van de fabriekmeester van Dordrecht moest vanwege de hoge kosten ook van dit plan worden afgezien. Om toch aan het benodigde geld te komen, vroeg de raad op 6 juli 1641 toe stemming (octrooi) bij de Staten van Zee land "tot oprigten van een loterij". Daarna werd het Werkhuis aan de Stads schuur in gereedheid gebracht, "om ten spoedigste een rosmolen daarin te plaat sen tot tuchtiging der kwaaddoeners en vagebonden," alsmede een plaats af te schutten "voor ledige en ongeregelde vrou wen om haar te doen spinnen." De loterij werd op de lange baan gescho ven omdat er niet veel van werd verwacht. Het oog was gevallen op de goederen en effecten van het Leprozenhuis. Het onder zoek naar de bezittingen van dat Lepro zenhuis viel goed uit. Uit de rapportage bleek dat "meestal de goederen vrij en niet geaffecteerd waren tot zekere tijd en op zekere personen." Het gemeentebestuur achtte deze verandering van bestemming der gelden noodzakelijk. Men had echter wel de beleefdheid om te bepalen dat indien "personen met de besmettelijke

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 17