februari tot juni 1951 werden er ongeveer
12.500 Molukkers naar Nederland overge
bracht en in kampen, kazernes, kloosters
en dergelijke gehuisvest.
Ook Walcheren droeg zijn steentje bij aan
de huisvesting. De gezinnen werden voor
het merendeel ondergebracht in aange
paste DUW-kampen (Rijksdienst voor de
Uitvoering van Werken, ingezet bij het her
stel van Walcheren) te Grijpskerke, Koude-
kerke en Serooskerke. De meeste boed-
jangs (vrijgezellen) kwamen terecht in
Middelburg (Seisweg), Vlissingen en West-
kapelle.
Onzekerheid
Het moet voor deze mensen als een aard
verschuiving zijn geweest om vanonder de
tropenzon naar het koude Nederland te
moeten trekken waar ze, afgesneden van
familie en beroofd van hun militaire status,
in onzekerheid bleven over de duur van
hun verblijf. De Nederlandse regering had
deze volbloedmilitairen namelijk uit militai
re dienst ontslagen en vooral dat was hard
aangekomen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat er
problemen ontstonden. Een kleine minder
heid zocht voor deze frustraties een uit
laatklep door het veroorzaken van rellen,
uitdagend gedrag, vechtpartijen en derge
lijke. Het merendeel van de Molukkers
gedroeg zich echter correct.
Op Walcheren kwam het tijdens de Middel
burgse kermis - begin augustus 1951 - tot
ernstige ongeregeldheden. Kwamen deze
rellen zomaar uit de lucht vallen? Een ant
woord daarop is moeilijk te geven.
Situatie juli 1951
Begin juli 1951 bezocht contactambtenaar
Van Baarsel van het Ministerie van Unie
zaken en Overzeese Gebiedsdelen de
diverse kampen op Walcheren. Hij meldde
dat het in de kampen Grijpskerke, Koude-
kerke en Serooskerke rustig was. De hou
ding van de kampbevolking was goed. Men
was onder voorwaarden bereid te werken.
De kinderen kregen onderwijs, de vrouwen
kregen breiles en ook de geestelijke ver
zorging had de aandacht. In de boedjang-
kampen te Middelburg en Vlissingen lag
het anders. Aanvankelijk was er met de
jongelui daar niets te beginnen geweest
omdat ze zo recalcitrant waren. In Middel
burg zaten jongelui die zich ook in Indone
sië al aan excessen te buiten waren
gegaan. Wij moeten ons hierbij wel realise
ren dat die jongeren daar, als militairen, in
een oorlog waren ingezet. Gelukkig pro
beerden oudere Molukkers uit Koudekerke
een gunstige invloed op hen uit te oefe
nen. Tijdens de Vlissingse kermis was er al
een steekincident geweest met een Vietna
mees, waarvan men Ambonezen verdacht.
Maar bewijzen kon men dat niet. In juni
waren er in kamp Middelburg vechtpartijen
geweest tussen Ambonezen en Keiezen
(een minderheid binnen de Molukse bevol
kingsgroep). Maar tijdens het bezoek van
Van Baarsel was het rustig en zo op het
oog wees niets er op dat het weldra tot
een uitbarsting zou komen.
Verschillende groeperingen
Verschillende Molukse groeperingen poog
den de kampbewoners te beïnvloeden. De
ene groepering stond onder leiding van dr.
Nikijuluw, de wettige vertegenwoordiger
van de Republiek der Zuid-Molukken
(Republik Maluku Selatan), de andere
onder Lokollo, minister in de RMS-rege-
ring. De laatste werd gesteund door de
CRAMS (Commissie Rechtspositie Ambo-