gespaard, waren hoogtepunten. Onder lei ding van een paar docenten gingen de ouderejaars naar Bergen op Zoom, Breda, Den Haag, Nijmegen en Kleef, Antwerpen en zelfs naar Brussel, waar in een hotel werd overnacht. Een nieuwe wet Door een teveel aan onderwijzers begon in de jaren twintig het leerlingenaantal te dalen. Toen de Lageronderwijswet van 1920 (staatsblad 778) dan ook bepaalde dat de rijksnormaallessen geleidelijk moes ten verdwijnen, werden in 1923 en 1925 leerlingen van de opgeheven scholen in Vlissingen en Goes naar de Middelburgse Rijkskweekschool overgeplaatst. Dit bete kende tevens dat er - in 1923 - voor het eerst meisjes op school kwamen. Leuk voor de jongens, zullen de leraren mis schien hebben gedacht. Maar nee, in het jaarverslag van 1923/'2416 lezen we: "Geheel tegen de verwachting in zagen de jongens de meisjes niet graag komen." Achteraf is het meegevallen. De nieuwe wet bepaalde dat het kweek- schoolonderwijs niet langer gratis zou zijn. Het schoolgeld werd afhankelijk gesteld van het inkomen van de ouders. De 'beurs- kwekelingen' verdwenen. Leerlingen die meer dan vier kilometer van de school af woonden, konden een toelage aanvragen voor een kosthuis, maar de directeur en de docenten bemoeiden zich er niet meer mee. Nadat er gedurende een periode van bijna vijftig jaar op de Middelburgse Rijkskweek school alleen jongens tot onderwijzer waren opgeleid, werd de school na 1923 een gemengde rayonschool, een streek school dus voor voornamelijk Zeeuwse jongens én meisjes. Slot Als we de hierboven beschreven onder wijzersopleiding vergelijken met de wijze waarop de huidige pabo haar studenten op de toekomst voorbereidt, kunnen we niet veel anders doen dan een cliché gebrui ken: wat zijn de tijden veranderd! Hoe anders is tegenwoordig de verhouding met de docenten, wat hebben de leerlingen van nu - de pabo-studenten - veel vrij heid, wat wordt er veel aan eigen initiatief overgelaten, wat zijn ze zelfstandig, wat kunnen ze zich veel permitteren, wat is hun wereld - vergeleken met die van de kwekelingen van meer dan honderd jaar geleden - groot. Ik denk niet dat pabo-stu denten anno 2005 hun opleiding zouden willen ruilen voor die van de oude kweek school, die ze streng en saai zullen vin den, en star en bekrompen. Maar hoe hebben de leerlingen van toen hun studietijd ervaren? We laten enkelen aan het woord, om te beginnen N.J. Pattist, die van 1890 tot 1894 op de kweekschool zat en die bij het vijftigjarig jubileum van de school de feestrede hield.17 Hij sprak over een gemeenschap pelijk doorleefde jeugd met al zijn lief en zijn leed, over een gemeenschappelijke bron waaruit allen geput hebben. Hij zei dat mensen die met elkaar jong zijn geweest samen een gouden schat bezitten die ze nooit kwijt zullen raken. "Wie op dezelfde schoolbanken gezeten hebben, onder dezelfde regelen en dezelfde leiding met hetzelfde doel, hebben een gemeen schappelijk bezit waaraan anderen niet raken kunnen." De herinneringen van J.M. Quist, die van 1908 tot 1912 kweekschoolleerling was, zijn niet minder positief en bijna even bloemrijk. Bij het vijftigjarig jubileum van de

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 24