activiteiten werden vanzelfsprekend niet onder schooltijd gehouden maar in de vrije tijd. Wie lid wilde worden van een club moest daarvoor toestemming vragen aan de directeur. Het lidmaatschap van meer dan één club wilde hij slechts toestaan als dat de studie niet schadelijk zou beïnvloe den. De studie ging altijd voor! In 1917 kwam het overkoepelende Concor dia tot stand, dat het leggen van een nauwe band tussen alle kwekelingen nastreefde en daartoe een paar keer per jaar gezellige bijeenkomsten organiseerde. Met weinig hulpmiddelen maar met veel geestdrift en creativiteit werd er gemusi ceerd, voorgedragen en werden zelfge maakte toneelstukjes opgevoerd, alles door en voor de kwekelingen. Het waren avonden waarnaar werd uitgekeken en waarvan iedereen - de aanwezige leraren incluis - genoot. Andere meisjes dan de echtgenotes van de leraren kwamen er niet aan te pas. Koorzang Zondags van twaalf tot één uur hadden de leden van Apollo koorzang in de muziek zaal. Onder leiding van een van de oude rejaars werden de geliefde liederen uit de bundel Das Rütli, Liederbuch für Manner- gesang gezongen. Alle jongens, ook de minder muzikale, deden enthousiast en vol overgave mee. Voor Frans Rosendaal maakte dat de zondag. Hij sprak over een "heerlijk uur". In zijn feestrede ter gelegen heid van het 75-jarig bestaan van de school noemde J.M. Quist de herinnering aan deze uren een gemeenschappelijk bezit van allen.14 De Mosschenkrant Door enkele jongens met journalistieke of zelfs literaire aanleg werd de Mosschen krant opgericht. Zoals dat met veel school kranten het geval is, is het succes ervan afhankelijk van een paar enthousiastelin gen die de kar trekken. Met de Mosschen krant was dat niet anders. Omdat enkele nummers van de eerste jaargang, die in februari en maart 1916 het licht zag, bewaard zijn gebleven,15 kunnen we er iets over vertellen. De redactie berustte bij A. van Tijn, die werd bijgestaan door een secretaris en een penningmeester. Van Tijn verzorgde de mededelingen, schreef met verve het hoofdartikel en beoordeelde de ingezon den stukken. Zou hij ook verantwoordelijk zijn geweest voor de "moppentrommel"? Het was de taak van de secretaris om de krantjes eigenhandig - met pen en inkt - te schrijven, een vervelend en tijdrovend karwei. Het is te begrijpen dat na de eerste twintig exemplaren werd besloten de opla ge te beperken tot slechts twee nummers, die dan doorgegeven moesten worden. De penningmeester beheerde de financiën. Het krantje kostte de lezer twee cent. Er was één jongen die dat te veel vond: "Wat krijg ik voor mijn twee centen?" Van Tijn maakte de kachel met hem aan. Sport en spel Elke klas had vijf uur per week gymnas tiek. J.H. van der Bel, die van 1892 tot 1924 in de gymnastiekzaal de scepter zwaaide, gaf de jongens tijdens het gym- uur wel eens dansles, clandestien natuur lijk, want de directeur mocht het niet weten. Als de Vileta werd gedanst of als de jongens hun kunsten vertoonden op de wijs van O mijn lieve zwartkopstond een van hen bij de deur op de uitkijk. Wie in zijn vrije tijd graag een balletje trap-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2005 | | pagina 22