Scheepswerf Meerman
De geschiedenis van een bijzonder bedrijf te Arnemuiden
De historische scheepswerf in Arnemuiden
wordt door de gemeente Middelburg aan
gekocht met als doel deze te laten restau
reren en weer in bedrijf te brengen. De
scheepswerf is ook wel bekend als de
scheepswerf van Meerman en is de oudste
van Zeeland. De werf wordt na restauratie
en het schoonmaken van de grond hoogst
waarschijnlijk de thuisbasis van de Stich
ting Behoud Hoogaars, die zich inzet voor
het behoud van oude Zeeuwse vissers
schepen.
Om de werf niet verloren te laten gaan,
heeft voormalig exploitant en huidig eige
naar van het perceel, C.A. Meerman -
inmiddels op hoge leeftijd - de werf voor
het symbolische bedrag van één euro aan
de gemeenschap geschonken.
Deze ontwikkeling is een reden om de
geschiedenis van de werf voor de lezers
van De Wete nog eens op een rijtje te zet
ten. De werf is een van de weinige zaken
die nog herinneren aan de rijke scheep
vaart- en visserijhistorie van Arnemuiden.
Oprichting
De geschiedenis van de scheepswerf van
Meerman te Arnemuiden gaat terug tot
1763. Het Arnemuidse stadsbestuur ver
leende op 30 augustus 1763 een vergun
ning aan Pieter Boers uit Sliedrecht voor
de oprichting van een scheepstimmerwerf
met sleehelling bij het nieuwe Hoofd ach
ter de voormalige kolenpakhuizen De
Samaritaan, Amsterdam en De Dry Hae-
ringen aan de zuidzijde van de Langstraat.
Ook in augustus 1763 verhuisde ene Jaco
bus Meerman van Driewegen naar Arne
muiden. Het kan heel goed zijn dat deze
Jacobus aanvankelijk werkzaam was bij de
scheepswerf van Boers, die vermoedelijk
in 1766 zijn bedrijf verkocht aan Gillis Fafa
uit Schiedam. Fafa kreeg in dat jaar ver
gunning van het stadsbestuur van Arne
muiden om acht jaar lang als de enige
scheepsmaker werkzaam te zijn. In 1767
mocht hij achter zijn pakhuis van het sluis
je tot aan het nieuwe Hoofd en van de wal
tot aan het water een terrein inrichten voor
het "opzetten van oude als nieuwe vaartui
gen". Twee jaar later liet hij een kanthelling
aanleggen op twintig voet (circa zes meter)
westelijk van het Hoofd. Fafa verkocht in
1776 zijn werf aan de timmermansbaas
Jan Basseveld en vertrok naar Middelburg.
Basseveld droeg de scheepswerf nog in
hetzelfde jaar over aan Jacob Ossewaarde
uit Middelburg en Steven Bouwman uit
Dordrecht.
Vader en zoon
Op 11 november 1786 kocht Jacob Meer
man de werf met bijbehorende loods, kant
helling en gereedschappen van Steven
Bouwman. Hij droeg in 1799 de leiding
over de werf over aan zijn zoon Jacob juni
or, die vermoedelijk nauw samenwerkte
met zijn broer Pieter. De broers kregen in
1805 toestemming om een "loge" (loods) te
bouwen achter de werf voor de berging
van het hout en kochten in hetzelfde jaar
de zoutkeet Het Slot van Aldegonde van
de gebroeders Tak uit Middelburg voor de
opslag van sloophout. Jacobus Meerman
overleed in 1810 en werd opgevolgd door
Pieter Meerman, die tevens vele jaren lid
van het stadsbestuur was. Pieter kreeg in
1811 van de stad toestemming voor de
aanleg van een tweede kanthelling achter
zijn werkloods "tot gemak en gerief van de