gers, reservisten, oud-leden van de onder
grondse, enzovoorts. In januari 1946 meld
de een kapitein na een bezoek aan het
1ste en 2de Regiment Infanterie te Middel
burg: "Discipline laat te wensen te over,
exercitie gaat niet goed, kleding slecht,
administratie een chaos en moreel laag."
Het rapport was misschien wat gechar-
De ligging van de mijnen in het mijnenveld
Dromedar rondom Zoutelande. (Archief Explo
sieven Opruimingsdienst)
geerd, maar het is duidelijk dat er tekort
komingen waren.
Werkterrein
Tijdens de oorlog was Walcheren door de
Wehrmacht rijkelijk van mijnenvelden voor
zien. Alleen al rond Vlissingen lagen er
zeven: Birke bij fort De Ruijter, Cypresse
tussen het kanaal en de spoorlijn, Dachs
bij Lammerenburg, Wurm bij Linker Reduit,
Bar van de Buitenhaven tot fort De Ruijter,
Leopard tussen Vlissingen en Koudekerke
en Maus bij de Noiledijk. Het laatste was
door het bombardement op de dijk in het
water komen te liggen en grotendeels
weggespoeld.
Bij Zoutelande lag Dromedar, 3.500 meter
lang en 300 meter breed, met daarin 3.227
personen- en 3.836 tankmijnen, verdeeld
over twintig subvelden.
Ook in Biggekerke, Domburg, Grijpskerke,
Oostkapelle en Ritthem lagen mijnen. Je
zou kunnen zeggen dat iedere inwoner
van Walcheren zijn eigen mijn had.
Sommige velden waren groot, andere
klein. In Middelburg liep in de buurt van het
Oud Arnemuidsvoetpad mijnenveld Eber
over driehonderd meter, van de kanaaldijk
naar de Veerse watergang. Toch lagen er
in dat kleine gebied 374 mijnen. Samen
met de vesten hadden die het binnendrin
gen van de vijand in de binnenstad moe
ten verhinderen.
Tegen het einde van de oorlog waren ook
nog in het wilde weg mijnen gelegd langs
de Nieuwlandseweg, de Oude Havenpol
der, de kanaaldijken tussen Vlissingen en
Middelburg en de spoorlijn.
Van een gelegd veld werd vrijwel altijd een
uitvoerig rapport opgemaakt met naam,
ligging, markeringspunten, omschrijving,
aantal en soort mijnen, enzovoorts. Na de
oorlog kwam een deel van die beschrijvin
gen ter beschikking van de ruimers, maar
op Walcheren hadden die er niet veel aan.
Daar waren door de overstroming en bom
bardementen veel mijnen weggespoeld,
ontploft of ondergeslibd. Op het strand
lagen de mijnen soms onder een dikke
laag opgewaaid zand.
Werkzaamheden
Vrijwel direct na aankomst van de Duitse
krijgsgevangenen op Walcheren begon het
ruimen in de omgeving van de Noiledijk en
een gebied ten noordoosten van Vlissin-