KAPITALE HOFSTEDE VEILING HOFSTEDE DEN INSPAN TE ZOUTELANDE Notaris Mr, P, LOEFF zal Woensdag 25 Mei 1932 publiek verkoopen voor den Heer FRANS DE WITTE te Zoutelande (St. Janskerke) diens groot 30.8962 H.A. (78 G. 210 R), in 50 Perceelen en Combinaties, (Boekjes verkrijgbaar na aankon diging) en op 7 JUNI 1932 Alles nader te advcrteeren. boekjes (veertig cent per boekje) van de openbare verkoping op 25 mei 1932 van de hofstee van Frans de Witte in Sint Jans- kerke (Zoutelande) aan de diaconie van de hervormde kerk in Zoutelande geschonken. De boekjes bevatten een overzicht van de verkoopvoorwaarden, van de lasten per perceel zoals grondlasten, dijkgeschot, Aankondiging van de veiling van de boerderij en de percelen van Frans de Witte in de Pro vinciale Zeeuwsche Middelburgsche Courant van 7 mei 1932. tiend- en jachtrecht en een omschrijving van de percelen. Ook de tijden waarop men tegen vertoning van een toegangs bewijs woning, schuur en bijgebouwen mocht bezichtigen, werden in het boekje vermeld. Zo'n bewijs was op het kantoor van de notaris tegen betaling te verkrijgen. Op de openbare verkoping van de boerde rij van Frans de Witte betaalde men vijfen twintig cent voor een toegangsbewijs. De rest van de percelen was vrij te bezichti gen. De veiling van de gebouwen (deze lagen altijd op perceelnummer 1) en de overige percelen vond plaats in een herberg, in aanwezigheid van een notaris(klerk). Meestal was dit een herberg in het dorp waar ook de boerderij lag. In de negentiende eeuw begon de veiling met het voorlezen van de verkoopvoor waarden. Daarna kon op de percelen wor den ingeschreven met gesloten briefjes. De hoogste inschrijver ontving één procent van de ingeschreven som. Vervolgens werd er gelegenheid gegeven om, even eens met gesloten briefjes, de geboden som te verhogen. In dat geval ontving de hoogste inschrijver 25 procent van het bedrag waarmee de inschrijving was ver hoogd. Wanneer niemand bereid was voor de tweede keer in te schrijven, dan was er gelegenheid op dezelfde voorwaarden de eerste inschrijving mondeling te verhogen. Als er niet hoger werd geboden, riep de oproeper: "Eenderwerf, anderwerf. Nie mand meer? Verkocht!" en sloeg een kal ken pijp kapot. Een stukgeslagen pijp is onmogelijk weer heel te maken; dit symbo liseerde dat het ook onmogelijk was de koop te verbreken. Vóór de negentiende eeuw was het op Walcheren de gewoonte bij barnende keer- se te verkopen. De persoon die had inge zet op een perceel, mocht een kaarsje aansteken. Wanneer niemand een hoger bod deed, werd een tweede en vervolgens een derde kaarsje aangestoken. Zodra het derde was opgebrand, werden geen verho gingen meer toegestaan en was de koop gesloten. Een inspanveiling vond meestal plaats in de directe omgeving van de boerderij en stond eveneens onder toezicht van een notaris(klerk).

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2003 | | pagina 38